Bruno persoonlijk
Bruno als schepen
Bruno Brusselt
krantenartikelen, cabaretteksten, ...
foto's en filmpjes
contact
home

>> Cabaretteksten (uit de periode dat ik zelf op de planken stond)
>> Krantenartikelen (kom ik in de krant, dan zie je dat hier)
>> Allerlei (persberichten, speech, ...)

>> Lokaal cultuurbeleid in Brussel-stad

Het was Vlaams minister Bert Anciaux die het decreet over het lokaal cultuurbeleid uitdacht. Met dat decreet van 13 juli 2001 (officieel “Decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief integraal cultuurbeleid”) wil de Vlaamse Overheid dat de gemeenten

meer aandacht geven voor cultuur. Binnen het decreet wordt de gemeente dan ook erkend als volwaardige partner in het lokale cultuurbeleid: er komt voor de gemeenten meer beleidsruimte en meer beleidsverantwoordelijkheid. De Vlaamse overheid wilde via dit decreet onder meer dynamiek en vernieuwing losweken, voor meer kwaliteit zorgen en samenwerking stimuleren. De gemeenten worden erdoor aangezet een globale visie te ontwikkelen en doordacht te gaan plannen waardoor de kwaliteit van de werking kan verhogen en het cultuuraanbod vernieuwd en uitgebreid kan worden. Het bibliotheekbeleid en gemeenschapsvormende initiatieven zijn daarbinnen dan expliciete actiepunten.

Vlaanderen en Brussel

Voor Vlaanderen en Brussel worden dezelfde uitgangspunten voorzien, maar omwille van de specifieke situatie is de invulling hier en daar anders ingekleurd. Zo heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie de opdracht de uitvoering van het decreet op het lokaal cultuurbeleid in de 19 Brusselse gemeenten te begeleiden. Essentieel is dat de gemeentelijke cultuurbeleidsplannen afgestemd zijn op het cultuurbeleidsplan van de

VGC.De Vijfhoek: stappen alle Brusselse gemeenten mee in het decreet?
Wies Jespers, cultuurbeleidscoördinator van de VGC: tot nu toe zijn er 10 gemeenten in het decreet gestapt, waaronder dus ook Brussel-stad. Enkelen zijn hard aan het werk om aan de basisvoorwaarden om te kunnen instappen te voldoen: zo zijn in Elsene, Ukkel en Koekelberg gemeentelijke bibliotheken ingericht.

De Vijfhoek: was het moeilijk de gemeentelijke plannen afgestemd te krijgen op dat van de VGC?
Wies Jespers: Er wordt in de meeste plannen verwezen naar het VGC-cultuurbeleidsplan. Maar in de praktijk zullen de projecten van de gemeenten de graadmeters vormen voor vernieuwing, kwaliteit , bereiken van nieuwe doelgroepen en de andere vooropgestelde normen.

DV: Er zijn besparingsoperaties in het vooruitzicht gesteld: Vlaanderen zou geen geld meer hebben voor uitvoering van het decreet. Wat betekent dit voor Brussel?
Wies Jespers: Er zijn op dit moment geen concrete cijfers voorhanden maar als er inderdaad door Vlaanderen een besparing wordt uitgevoerd, dan zal dat betekenen dat de gemeenten voor een stuk zelf middelen zullen moeten ophoesten. Dat geldt echter niet voor de 300.000 Euro die door de VGC zijn goedgekeurd voor de gemeentelijke projecten van 2004: die zullen hoe dan ook worden uitbetaald.

En dan Brussel-stad

In Brussel-stad besliste de gemeenteraad in april 2002 op vraag van schepen Simons om mee te stappen in het decreet lokaal cultuurbeleid. Het is immers cultuurschepen Simons die bevoegd is voor deze materie, ook al werd dit in de praktijk opgevolgd door schepen van Vlaamse Aangelegenheden Bruno De Lille. Door de intentieverklaring van de stad om in dit decreet mee te stappen, kwamen er middelen vrij om een cultuurbeleidscoördinator aan te stellen: Jo Ackermans. Hij werd verbonden aan de directie cultuur en het werd dus zijn opdracht een lokaal cultuurbeleidsplan voor de stad Brussel op te stellen. Een Stuurgroep lokaal Cultuurbeleid, met vertegenwoordigers van stadsbestuur en werkveld, begeleidde de opmaak van het plan. De Gemeenteraad keurde net voor de zomervakantie het plan goed, daarna volgde de VGC en werd het plan uiteindelijk voorgelegd aan Vlaanderen dat ook zijn goedkeuring verleende.

De Vijfhoek: hoe begin je nu aan zo'n opdracht?
Jo Ackermans: De eerste stap is natuurlijk een situatieschets maken, en dat betekent dat je gaat kijken naar wat er leeft, naar het aanbod. Dan ga je dat analyseren om een zo goed mogelijk beeld te krijgen. Op basis daarvan kom je tot een visie die wordt uitgewerkt in de doelstellingen.

De Vijfhoek: Je bent dus met heel wat mensen gaan praten?
Jo Ackermans: Dat waren inderdaad meer dan honderd gesprekken. Het was dan ook een heel boeiende periode. Vrij snel werd duidelijk dat er veel vraag was naar een globaal beleid; anderzijds was het ook wel eens moeilijk. De negatieve beeldvorming, bij Vlamingen vooral, over vroeger, over hoe de relaties met de stad niet steeds positief waren, blijft een belemmering. Dat beeld omkeren zal nooit helemaal lukken. Belangrijk is toch een constructieve situatie creëren waarin dingen samen aangepakt worden. Het uiteindelijke plan kan uiteraard niet voor iedereen uitsluitend positief zijn: het is de vertaling van een visie, een politieke visie. Maar we gaan hier mee verder in zo groot mogelijke consensus.

De Vijfhoek: het plan heeft een looptijd van 2004 tot 2007. Wat daarna?

Jo Ackermans: Dat is een beetje koffiedik kijken . Na de verkiezingen komt er al dan niet een nieuwe meerderheid met al dan niet een nieuwe schepen die al dan niet in dezelfde richting verder werkt. De inhoud van het nieuwe plan, want dat wordt dan in het jaar na de verkiezingen geschreven en heeft opnieuw een looptijd van zes jaar, zal door die factoren mee ingekleurd worden.

« Cultuurbeleidsplan Stad Brussel 2004-2007 – Plan de la Politique Culturelle de la Ville de Bruxelles 2004 – 2007 »

Het plan dat uitgeschreven werd is bijzonder uitgebreid: zo'n driehonderdvijftig bladzijden. Onmogelijk samen te vatten dus. Het bevat een zeer uitgebreide situatieschets waarin zowel de maatschappelijke context als het cultuurbeleid en het culturele veld geanalyseerd worden. In de conclusies komt naar voor dat het cultuurbeleid zeer verscheiden is. Spanningsvelden tussen mono- en bicommunautair, tussen lokaal en bovenlokaal, tussen klassiek en hedendaags, kleuren het beleid en het veld. In de visie die ontwikkeld wordt, stelt de stad dat cultuurbeleid meer is dan een kunstenbeleid. De stad wil de culturele actoren versterken en verankeren waardoor bruggen kunnen gebouwd worden.

We citeren uit het plan: “deze twee dynamieken zijn een voorwaardenscheppend cultuurbeleid voor de derde: het stimuleren en dynamiseren van cultuur: een labyrinth, een laboratorium en een infuus. Deze dynamiek is oorzaak en gevolg van een hedendaagse stedelijkheid. Het houdt stedelijkheid draaiende in een constante evolutie en maakt dat het hedendaags blijft. Dit is het meest essentiële luik van het cultuurbeleid, en tegelijk het meest vage. De stad kan enkel de voorwaarden scheppen voor de derde dynamiek, en een positie innemen in het bijsturen; het geven van positieve of negatieve feedback. Dit is het terugkoppelingsbeleid binnen een dynamiek van een lokale overheid.“

De Vijfhoek: Ik hoop dat dit ingewikkelder klinkt dan het is?
Schepen De Lille: Eigenlijk kan de essentie van het plan in één zin samengevat worden. Het gaat erom dat we het samenleven en -werken rond cultuur willen bevorderen met respect voor de verschillen tussen mensen en voor ieders identiteit. We willen dus zeker de verschillen niet uitvlakken om tot één grote brei te komen, we willen integendeel vanuit de rijkdom van ieders cultuur vertrekken en die rijkdommen gebruiken.

De Vijfhoek : Er worden ook bedenkingen bij het plan geformuleerd. Gemeenteraadslid Marie-Paule Quix (Spirit) stelde bijvoorbeeld in een vorig nummer van De Vijfhoek dat het tenslotte gaat om een plan geschreven binnen een decreet van de Vlaamse overheid terwijl de Brusselse bril er belangrijker in is dan het versterken van de Vlaamse netwerken.
Schepen De Lille: Het klopt dat het plan vanuit een Brusselse benadering geschreven is. Het zou eigenlijk ook vreemd zijn mocht dat niet het geval zijn gezien de situatie in deze stad. Vlamingen leven hier niet op een eiland maar zijn voortdurend in contact met anderen, denk maar aan de vele taal- en cultuurgemengde gezinnen of het werk dat vele Vlaamse verenigingen uitvoeren in samenwerking met vele anderen. In het dekreet wordt ons ook niet gevraagd om een plan alleen voor de Vlamingen te schrijven maar wel een cultuurbeleidsplan voor de stad Brussel. En dat een Vlaamse hand de pen vasthield valt uiteraard af te lezen in het plan, het plan is op Vlaamse leest geschoeid en legt terzake belangrijke accenten. Wie het plan leest weet dat de Vlamingen er niet in verwaarloosd worden.

De Vijfhoek: Vanuit het werkveld kwam wel eens de bedenking dat het lokale werk wat wordt weggeduwd in de schaduw van de grote instellingen. Wat is uw reactie hierop?
Schepen De Lille: Dat is niet terecht. We proberen heel wat nieuwe initiatieven te ondersteunen. Wanneer we het hebben over vernieuwen en dynamiseren gaat het precies over nieuwe initiatieven die nu steun gaan krijgen. Er is in het plan ook een belangrijk hoofdstuk gewijd aan het verenigingsleven. Dat is afleesbaar uit de cijfers. En ook de gemeenschapscentra kunnen op meer financiële middelen rekenen. Uit deze cijfers blijkt toch wel duidelijk genoeg hoe belangrijk we het sociaal-cultureel werk vinden.

De Vijfhoek probeerde links en rechts in het werkveld wat reacties te verzamelen. Dat bleek niet makkelijk: tot zelfs onze stedelijke schouwburg verwees ons door wegens “eigenlijk weet ik daar nauwelijks iets vanaf”. Anderen kunnen zich dan wel wat voorstellen bij de term “lokaal cultuurbeleid” maar “hoezo? In Brussel-stad?”. En nog anderen hadden “wel die dik 300 bladzijden in handen gehad, maar bon, daar ga ik toch niet aan beginnen lezen…”. Nu ja, het is niet meteen de meest sexy materie… maar er zal in elk geval door de stad nog flink wat communicatiewerk moeten geleverd worden eer dit bij veel mensen een lichtje doet branden.

We vonden toch drie mensen die een korte reactie wilden meegeven: Jari Demeulemeester, directeur Ancienne Belgique: “Ik moet zeggen dat dit hele plan een beetje aan mij is voorbijgegaan: ik zal het eens opvragen en lezen! Maar onlangs merkte ik, en dat doet mij plezier, dat schepen De Lille zijn eigen theaterlijk verleden niet verloochend heeft. Hij is van plan jonge kunstenaars en muzikanten te steunen. Dat is belangrijk en innoverend. In het hele huidige kerntakendebat is het ondersteunen van jongeren een belangrijke stedelijke opdracht. Steden, en dus Brussel, hebben overigens deze mensen hard nodig!”

Anne-Sophie Van Neste, voorzitter van De Markten: er is heel veel tijd geïnvesteerd in het opmaken van dat plan, er is heel wat overleg geweest. We rekenen er uiteraard op dat er nu werk van wordt gemaakt. Daarnaast is er ook wat bezorgdheid: communicatie is niet het sterkste punt van de stad, het gaat bovendien allemaal traag. Werken op twee snelheden en met verschillende ritmes, vertraagt: dat is bekend. Maar de boot is vertrokken, we varen mee en willen het positief houden.

Geert Cochez, coördinator Brussels Kunstenoverleg: “De drie dynamieken uit dit ambitieuze cultuurbeleidsplan schetsen terecht waar een hedendaags stedelijk cultuurbeleid voor moet gaan! Anderzijds overstijgen de ambities de mogelijkheden van een kleine overheid als de Stad Brussel. Maar het is lovenswaardig dat in een officieel beleidsplan enkele thema's uitgediept worden zoals we ze vanuit de culturele sector graag gerealiseerd zien: meertalige en geïntegreerde cultuurcommunicatie, structurele samenwerking tussen de gemeenschappen, enz. De Stad Brussel zou een verbindende rol kunnen spelen tussen de verschillende overheden, eerder dan met beperkte middelen deze problematieken alleen aan te pakken.”

01-12-2004
bron: De Vijfhoek