Bruno persoonlijk
Bruno als schepen
Bruno Brusselt
krantenartikelen, cabaretteksten, ...
foto's en filmpjes
contact
home

>> Cabaretteksten (uit de periode dat ik zelf op de planken stond)
>> Krantenartikelen (kom ik in de krant, dan zie je dat hier)
>> Allerlei (persberichten, speech, ...)

>> Allé Ali!

Proloog

Er was eens een pastoor.
Hij zwaait de deur van de sakristie open
en stapt de kerk in.
De kerk zit bomvol.

Ja, 't is een sprookje.

De pastoor knippert met zijn ogen
"Jezus, Maria, Jozef ! Is dit een mirakel ?"
"Misschien is het de schuld
van de Heilige Geest," zegt Jezus.

Maria knijpt haar benen dicht.
Ze kent de truukjes van die duif wel.
Alleen een ezel stoot zich twee keer
aan dezelfde steen, denkt ze
maar Jozef zegt niks.

De pastoor mompelt :
rustig blijven,
ik ga terug in de sakristie
en als ik wederkom zijn ze weg.
Hij draait zich om
en voegt de daad bij het woord.
Jezus kijkt verbaasd op :
de daad bij het woord,
wat een vreemde uitdrukking voor een pastoor.
Het lijkt me meer iets voor een hoer die niet kan zwijgen.

In den beginne,
was een bomvolle kerk geen uitzondering.
Dat kwam door dat Latijn.
Maar sinds de volksmissen
miste hij het volk.
Misschien was hij te weinig volksmisleider
om een goede pastoor te zijn.

Toen het wat minder ging
dronk hij gewoon wat extra miswijn
en dan viel het nog wel mee.
Als hij dubbel zag,
moest hij zelfs stoelen laten bijzet-ten.

Tegenwoordig echter kon hij de aanwezigen
meestal tellen op één vinger.
Dan deed hij wel eens extra zijn best :
kaarsje op het altaar,
extra flesje miswijn
en wat beleg op de hostie.

Opnieuw zwaait hij de deur open :
er is niets veranderd.
Typisch katholiek dus.
Vreemd, denkt hij,
't is geen Kerstmis,
't is geen Pasen,
wat gebeurt hier ?
Zou de paus misschien op bezoek zijn ?
Ga weg Satan !
Niks.

In doodse stilte loopt hij naar de preekstoel.
Ik zal jullie eens iets vertellen.
Aandacht : wat, wat, wat ?
Ja wat, godverdomme,
had ik nu maar mijn vurige tong gehouden.
Een grapje :
ja,ja, ooit zal ik jullie eens iets vertellen.
Ze pikken het niet.
Spreek Heer, uw dienaar luistert ! roept iemand
en de rest van het volk valt hem bij.
Spreek, spreek !
Iemand roept 'Barabas'
maar die was er te vroeg bij.

De pastoor probeert het volk
de kerk uit te krijgen
Sta op en wandel.
Ze kennen het verhaal.

Plots krijgt hij een inval !
Het zoeken is leuker dan het vinden !
(Het zoeken is leuker dan het vinden ?
Ik lijk verdomme Freek de Jonge wel.)
Het volk is razend enthousiast
en stroomt naar buiten.
Het zoeken is leuker dan het vinden,
het zoeken is leuker dan het vinden,...

Oef, denkt de pastoor,
ze zijn er vandoor.
En dan ziet hij,
links van de biechtstoel,
een jongeman.

Komaan de kerk uit,
de show is voorbij,
ik geef geen bisnummers.
Je geeft elke zondag een bisnummer,
zegt de jongeman.

De pastoor voelt zich serieus in het kruis getast
Ha ha ha, wat moet je ?

Integratie

Iek Ali. Iek kom oit Afrika.
Iek Migrijn.
Iek nie koppijn.
Iek kom oit Migrije.
Iek hier werken. Goe werken.
Fele geld en toch alle mensen kwad oep mai.
Iek weete niet waarom.

Sorry,
dit houd ik dus geen hele voorstelling vol.
Ik praat perfekt Nederlands
maar de mensen zeiden
als je als migrant op een podium gaat staan,
moet je gebroken spreken
anders weet het publiek niet
dat je een migrant speelt.
Zeker niet als je beetje te blank bent.

Als bruine migranten in België arriveren,
geven we ze kursussen Nederlands;
als bleke migranten in België arriveren,
geven we ze kursussen gebroken Nederlands.
Om ze te herkennen.

Stel je voor
dat hier een migrant rondloopt die
én blank is,
én werk heeft,
én goed Nederlands praat.
Hoe kun je die dan nog te pakken krijgen
om hem over de grens te zetten ?

Ontwikkelingshulp

Mijn vader.
Nou ja, mijn vader...
helemaal zeker ben je dat natuurlijk nooit.
En zeker niet bij mijn moeder.

Ze noemden ons de familie W
mijn vader OCM
mijn moeder prostitu.
Ik had 10 broertjes
en we zagen er allemaal verschillend uit.

We woonden in Migrije.
Een typisch derdewereld land.
Het land was zo arm :
men noemde de wegenkaart van Migrije dan ook vaak
het Foster-Parents plan.

De mensen hadden er niks :
geen TV, geen video, geen mikrogolf...
De wetenschap stond voor een raadsel :
hoe konden deze mensen overleven ?

Ze hadden zelfs geen,
- ongelooflijk maar waar -
GB-voordeelkaart.

Hier moeten wij maar voor 35.000 frank kopen
en dan krijgen wij al
een badhanddoek kado,
die na twee keer wassen
nog steeds als washandje kan dienen
en daarna als maandverband.
Dat was echt een probleem,
geen badhanddoeken,
geen washandjes.
De Migrijers stonken als de pest.
Daar konden zelfs de West-vlaamse boeren niet tegenop.

Geen maandverband,
dat was dan weer makkelijk.
-"Papapapa, waar is mama ?"
"Volg de sporen"

Migrije leek door iedereen vergeten.
We waren katholiek,
dus er waren geen missionarissen;
er was geen olie,
dus er waren geen Amerikanen
en er waren geen Amerikanen,
dus ook de Rus-sen bleven rustig thuis.

Soms probeerden we daar iets aan te doen :
maakten we zo'n tienduizend Tutsi's af
in de hoop een paar blauwhelmen te lokken.
Maar tienduizend is natuurlijk niet genoeg,
voor zo'n kleinigheid
komen die mannen niet meer af.

En toch betekende Migrije wel iets.
Op de wereldranglijst Aidsleiders bijv.
stond Migrije n°1.
Dat was helemaal niet zo vanzelfsprekend.
Daar moesten we heel wat voor doen.
Landelijke kampagnes
"Zet hem af".
Onze atleten hielden het ook maximum 10 jaar vol.
Topsport is moordend.

Toen kwam Migrije per ongeluk eens op TV.
Twee dagen later zat het land
vol Artsen zonder Grenzen.
Toevallig.
Niemand had ze gevraagd,
maar sinds het artsenoverschot in Vlaanderen
voelt iedereen zich plots geroepen
aan humanitaire akties deel te nemen.

En het ging steeds beter.
Na een tijd kregen we zelfs ontwikkelingshulp.

Vroeger ging dat zo :
je werd bedolven onder de rijst,
het melkpoeder
(je had wel geen water maar kom 't was de intentie die telde),
en de boterberg van de EU werd in één klap
over je hoofden uitgestort,
kortom je verzoop in de voedselpaketten.

Moderne ontwikkelingshelpers werken echter
volgens het motto :
je moet de hongerigen geen vis geven,
je moet ze leren vissen.
Je had ons moeten zien zitten,
met ons visnetje,
in de Sahara.

Uiteindelijk hadden wij iets van :
laat maar zitten,
we doen het zelf wel.
En dat was precies de bedoeling.

We hadden wat leeuwen,
we hadden wat olifanten,
we hadden zelfs vlooien
dus we dachten :
we gaan gewoon op jacht.
Had je gedacht.

De eerste die durfde aan-leggen
had meteen het Wereld Natuur Fonds op zijn dak.
Je mag mensen afmaken zoveel je wil,
maar kijk niet naar een vlo
want dan komt Brigitte Bardot.

Vroeger ? Graag.
Maar tegenwoordig zijn er leukere dingen
om rond je nek te krijgen.

Van de nood een deugd gemaakt,
we gingen toeristen lokken.
Een leuk promofilmpje gemaakt:
wat folkloristische dansen,
drie blote borsten
en een paar naakte kindjes
voor de pedofielen.

Een week later stond daar
de eerste bus Duitse toeristen.
75 geile oude mannen
onder leiding van
het vrou-welijk ekwivalent van Adolf Hitler.

Ze zag eruit of ze eigenhandig
die 6 miljoen Joden vergast had.
En ze stond klaar voor de rest.
Onder haar leiding gingen ze Migrije veroveren.

Enfin, de tweede dag werd ze al
opgegeten door een leeuw.
Ze riep nog
"Schtop, schtop"
maar het beest verstond geen Duits.
Of hij deed alsof.
En kwaad dat die toeristen waren, kwaad !
Terwijl er nog 75 over waren.
Ze lieten de bus staan
en vertrokken met het eerste het beste vliegtuig naar huis.

En ziek dat die leeuw was, ziek !
We hebben hem moeten afmaken
om hem uit zijn lijden te verlossen.
En toen kregen we weer last
met Brigitte Bardot natuurlijk.
We hadden het niet makkelijk.

Politiek was het gelukkig vrij rustig.
We hadden een diktator :
Mobutu Sesemelko
en die moesten we elke vier jaar herve-kiezen.
Of als hij eens gevallen was,
iets vroeger.
Het was zo'n man van :
Ik zeg wat u denkt.
Nu mochten wij alleen maar denken wat hij zei,
dus dat klopte wel.

Het was best handig.
In elk geval beter dan zo'n demokratie.
Wat is dat eigenlijk een demokratie ?
Een paar politici die de hele tijd roepen :
geen commentaar !
Als ze niks zeggen,
zullen ze ook wel niks denken,
denk ik dan.

De staart

En in dat landje woonden wij.
In een heeeeel klein hutje.
Als mijn vader het huisje wilde opknappen,
kon hij met 1 rol
de hele hut 2 keer behangen.
Vanbinnen en vanbuiten.

H-et is trouwens aan dat behang te danken
dat ik hier nu sta.

Op een zwoele zomernacht ligt mijn vader
zo'n beetje te neuken.
Nou, zo'n beetje,
eigenlijk lag hij vrij goed te neuken.
Hij kon niet slapen
en wat doet een mens in zo'n geval...

Mijn moeder deed niet mee :
hoofdpijn en
ze had iets van :
voor mij is het allemaal best,
zolang je maar niet teveel lawaai maakt.

Mijn vader had sowieso
al niet veel te vertellen bij ons thuis
dus zo'n groot verschil
maakte dat nu ook weer niet uit.

Daar ligt hij dus
(hmmmp, hi, hi, hugh...)
Plots schiet hem iets te binnen :
ik ben het kondoom vergeten.
Hij had al tien kinderen
dus het was niet echt de bedoeling
dat er nog eentje bijkwam.
Nu ja, denkt hij,
ik trek wel terug als het zover is.

Dat kon hij trouwens fantastisch.
Ik ken weinig mensen
die zo konden terugtrekken als mijn vader.
Nochtans was het terugtrekken in Migrije
dé volksport bij uitstek.

Hij had ook heel wat om terug te trekken.
Ik ken mensen die moeten niet eens terugtrekken.
Die hebben zo'n kleintje,
dan roep je "Af"
en dan zit de staart al tussen de benen.
Mijn vader kon echter rustig een halfuur bezig zijn
met terugtrekken.

Hij was nogal seksueel geobsedeerd.
Hij liep konstant achter zijn pik aan.
Nu kan dat bij mannen natuurlijk niet anders
maar bij mijn vader was 't wel heel erg.
Hij had namelijk
al 16 penisverlengingen achter de rug.
't Kwam mijn moeder de strot uit.
Figuurlijk dan.

Wist u trouwens dat penisverlengingen
erfelijk zijn ?
Nee ?
Nou, ik wel.
Eigenlijk is zo'n operatie dus
een belegging op de lange termijn.
Nu zijn het grote kosten
maar je doet er je kinderen
een ontzettend plezier mee.
Behalve als 't meisjes zijn natuurlijk.

Mijn vader had wel overdreven.
Toen ik geboren werd,
dachten ze eerst dat ik drie benen had.
Bij het fietsen,
draaide het ding telkens weer tussen de wielen.
En als ik op school een erektie had,
moest ik altijd antwoorden.

Papa dacht dus : ik trek wel terug.
Hij wil net de daad bij het woord voegen
als mijn moeder mompelt
"let op voor het behang".
Hij is zo verbouwereerd,
hij trekt niet langer,
flets boem kledder,
mijn moeder zwanger.

En dat was de druppel
die mijn moeder deed overlopen.
Vanaf toen kwam er geen man meer
tussen haar benen.
Behalve ik dan.
Maar ik kwam van de verkeerde kant.
Ze kocht zich direkt
een kuisheidsgordel
mét veiligheidsslot.
Je mocht er niet naar wijzen
of het ding begon te piepen.
Automatisch werd de rijkswacht verwittigd.

De hond (1)

Mijn vader was wanhopig :
geen sex meer !
Wat moest hij dan ?
Hij kon niet goed slapen,
hij kon niet goed lezen
en we hadden geen televisie.
Naar de hoeren dan maar.

Probleem :
hoe kwam hij 's avonds onopvallend buiten ?
In het begin bleef hij zomaar weg
maar na twee keer vroeg mijn moeder
"Waar heb je nu weer gezeten ?"
"Overuren," stotterde hij
maar als werkeloze is dat een heel zwak excuus.

Hij kwam er niet uit.
Tot broertje n° 10 op een zonnige dag vroeg
"Papapapapa, mag ik een hondje ?"

Ik hou niet van hondjes,
ik heb nogal de pest aan die beesten.
Die laatste Aidscampagne hadden ze van mij
dan ook rustig tot de hondebezitters mogen richten
'Zet hem op'.

Mijn vader kreeg echter visioenen
van onbeperkte nachtelijke wandelingen
dus hij was razend enthousiast.
En zelfs mijn moeder stemde toe.
"Neem maar een grote !" zei ze.
Door die gordel
kwam zij ook heel wat te kort natuurlijk.

Het werd Fikske.
En Fikske heeft afgezien.
Tot 10 keer per dag ging mijn vader met het beest wandelen.
De hele hoerenbuurt af.
"Ga je nu weeral," vroeg mijn moeder soms.
"Ja, ik ga winkelen," zei mijn vader dan.
"Winkelen ? We hebben niet eens geld."
"Dat weet ik maar ik kijk enkel in de etalages."

En Fikske
(hijg, hijg) Ik kan niet meer.
En mijn vader
(hijg, hijg) Maar ik wel.

Om de twee maanden ging papa naar Natasja.
Natasja was een luxe-hoer,
Natasja had alleen maar klanten met Visa,
steek je kaart maar in het gleufje.
Haar winkel draaide dan ook fantastisch,
zelfs haar moeder hielp mee in de zaak.

Ze dacht erover binnenkort
een hoerensupermarkt te openen.
Pling Plong Belinda 5000 Belinda 5000
Pling Plong geachte klanten
de snelkassa is nu geopend,
maximum 10 minuten per klant,
geen cheques.

Maar Natasja was wel duur.
Al mijn vaders geld ging eraan op.
Zeker nu hij ook nog moest bijbetalen
voor Fikske.
En met een vrouw en elf kinderen
viel zijn budget sowieso al een beetje tegen.

Probleem :
hoe kwam mijn vader aan geld ?
Hij kwam er niet uit.
Tot broertje n° 9 op een zonnige dag vroeg
"Papapapa, waa-rom ga je niet werken ?"

Nou, zo hard had hij
het geld nu ook weer niet nodig.
Dus op een dag zegt broertje n° 8
"Papapapapa, waarom waag je dan niet eens een gokje,
waarom speel je niet eens met de LOTTO :
zes cijfers veranderen je leven ?"

"Fantastisch idee,
maar welke cijfers ?"
"Dat is het spel papa."
"O "
Dus elke week zat hij te piekeren
en elke week was hij weer te laat.
Hij kon niet beslissen.

Broertje n° 7 zei :
"Papapapapa, laat het dan aan het toeval over."
Dat heeft hij gedaan.
Met een dobbelsteen.
Eén !
Het was een hele leuke cijferkombinatie
die hij binnenbracht.
Maar geen prijs.

En broertje n° 6
"Neem dan de eerste zes datums
dat je met mama naar bed bent ge-weest."
"Ik kom niet aan zes."
"Hoe kom jij dan aan elf kinderen ?"
Daar had hij nog nooit over nagedacht.

Hans Otten

De weeën beginnen en daar ben ik :
gezond en wel.

Ik was alleen... verschrikkelijk lelijk.
Ja, ik ben gelukkig nog goed uitgegroeid maar
toen ze me de eerste keer
aan mijn moeder lieten zien,
had die iets van
"Is dit de moederkoek ?"

Ik zag eruit als een kruising
tussen Hans Otten
en Brigitte Bardot nu.
Mijn vader vloekte
"Godverdomme, dan heb ik er eens een zelf gemaakt."

Ik was zo lelijk dat mijn moeder
dolgelukkig was als de buren zeiden
"Oooh, 't is helemaal zijn vader."

Typisch trouwens
"Oh, wat een leuke teddybeer."
"Waar heb je die pyama gehaald ?"
"Is dat zijn neus of is dat zijn piemel ?"
En mijn moeder dan
"Zo'n grote neus heeft hij niet."
Eén keer zei iemand
"Nou, volgende keer beter."

Bovendien was ik ook nog heel intelligent.
Nu zijn alle kinderen dat wel,
alleen kunnen ze het meestal goed verstoppen
maar ik was zo slim -
dat was niet te verbergen.

Op driejarige leeftijd zei ik dan ook
"Papapapa, ik wil naar school."
"Oja ?" zei mijn vader,
"Oja ? Zal ik je eens wat vertellen ?
Jij komt net als je broertjes bij mij in de zaak."

Elke ochtend gingen ze namelijk samen stempelen.

"Oja ?" zei ik,
"weet jij wel dat volgens Unicef
elk kind recht heeft op onderwijs ?"
Hij wist het duidelijk niet.
Net zoals hij ook niet wist wat Unicef
over kindermishandeling zei.
Ik was blij dat onze hut maar vier hoeken had.
En mijn moeder
"pas op, pas op voor het behang !"

Lazerus

Elke morgen stapte ik op de schoolbus.
Die schoolbus was trouwens onze enige bus,
ooit achtergelaten door een groep Duitse toeristen
toen hun gids was opgegeten
door Brigitte Bardot.

Elke dag reden we met die bus drie uur heen,
dan kregen we 1 uur godsdienst,
1 uur geschiedenis,
een halfuur pauze
en dan keerden we terug.

En als de bus vertraging had,
kregen we alleen maar de pauze.

We hadden les van een hele oude pater-missionaris.
Pater Dementius.
Te lelijk voor de vrouwen
en te dom voor pastoor,
dus ging hij lesgeven.

Er was eens een Romeins soldaat.
Lazerus.
Mijn lijfspreuk is vedi vidi vini.
Ik kwam, zag en dronk me lam.

Nu ben ik nogal close met Jezus.
Dat is best raar
want de meeste Romeinen doen of ze Jezus niet kennen.
Ik ben Jezus op een keer tegengekomen
op een bruiloft in Kanaan
"da's iemand die ik te vriend moet houden,"
dacht ik.
Wijn in water veranderen, kan iedereen
omgekeerd heb ik het nog niet veel zien doen.
En Jezus kan nog veel meer kunstjes
dan laat hij bijvoorbeeld
eens een blinde horen
of een dove zien
of dan wandelt hij wat over het water.

Dat laatste is geen mirakel, vind ik
ik bedoel, ik kan ook niet zwemmen.
En zeker niet in de dooie zee.
Daar was het eigenlijk een wonder geweest
als hij onder had kunnen gaan.

En die vermenigvuldiging der vissen
is helemaal overroepen.
Geef mij een paar borrels
en ik vermenigvuldig alles wat je maar wil.

Voor de rest is het best een fidele kerel.

Nu had ik op een zaterdagnacht eens goed doorgezakt
ik rijd met mijn strijdwa-gen naar huis.
Na de tweede bocht zie ik ze staan :
alkoholkontrole.
Godverdomme,
ja, wij hebben geen Di Rupo
dus je moet echt de volle pot betalen.

Die agent : wil u even blazen ?
Ik probeer nog even
dat kan niet, ik heb astma.

Oooo, dan zullen we bloed moeten trekken, zegt hij.
Hij geniet ervan, da's duidelijk
het schuim van genot komt hem op de lippen,
zijn knuppeltje schiet in een spontane erektie,
met bevende handen van opwinding
trekt hij de spuit uit het verbandkistje.
Hij vult de ene spuit na de andere.
Waarom duurt het zolang ?
Ik vind geen bloed.

Toch maar blazen dus.
En toen is het gebeurd.
Het ballonnetje schoot in één keer naar binnen.
Zo moet het niet, zei die agent.
Alsof ik dat niet door had.
Elke keer dat ik inademde
zwol het ding verder op.

Ik werd eerst rood,
dan blauw
en tenslotte paars.
De agent stond verwonderd te kijken
die kleuren kende hij helemaal niet.

Toen was ik dus dood.
Mijn familie dacht :
geen nood, die Jezus past daar wel een mouw aan.
Faxje verstuurd
en inderdaad
een paar weken later stond hij daar.

Lazerus !
Godverdomme... (gri-jpt naar hoofd)
Sta op en wandel !
Ok, Ok, Ok, als je daarna je bek maar houdt.

O, Jeezes,
kon je echt niet vroeger komen ?
Moet je me zien lopen.
Dat kun je toch niet aangenaam meer noemen.

O, Shit,
en stinken !
Fa, de hele dag okselfris,
maar waar zijn mijn oksels ?

Toen ik de tweede keer doodging
hebben ze me gecremeerd.
Uit voorzorg.

Handjes draaien

Op een dag kom ik terug uit school
en mijn moeder zegt
"Jongen, je vader heeft een ongelukje gehad"
"O, krijgen we weer een broertje ?"

"Nee, hij heeft zijn beide handen afgehakt."
Wij wisten ook niet precies hoe hij het gedaan had.
Maar als er iemand handig was,
dan was het mijn vader wel.

"Ach," zei ik,"zijn handen stonden altijd al los."
Lap !
"Daar lach je niet mee !"
"Dat vond ik vroeger ook al," zei ik.

In het begin leek het allemaal niet zo erg,
het was alleen vervelend.
Vooral voor mijn vader dan.

Hij lag op kamer 212.
Dat was trouwens de enige kamer in dat ziekenhuis,
maar het stond een stuk professioneler
als je die dan 212 noemde,
vonden de verpleegster.

Als je vroeg
"Waar ligt mijn vader"
"Je gaat die deur uit,
loopt drie keer rond het gebouw,
komt terug binnen
en dan is het die deur aan je rechterkant."
Zo had je het gevoel
dat het een ziekenhuis van formaat was.

Papa heeft heel wat slapeloze nachten meegemaakt
in die kamer.
Hij kon niet slapen
omdat hij aan zijn handen dacht.
Dus probeerde hij schaapjes te tellen.
Maar hij kon niet tellen.
Jawel,
op zijn vingers
en die lagen bij de dokter,
dus dat loste niets op.

Hij wou dan ook alles doen
om zo snel mogelijk uit dat hospitaal weg te zijn.
"Als ik hier buiten kom,
ga ik te voet naar Lourdes
en krijg jij een nieuwe fiets," zei hij.
En ik "Hand erop ?"

Toen mama zag hoeveel geld de verzekering betaalde
vanwege papa's handen
dacht ze
'dit schept perspektieven.'
Ze had net een stofzuiger gekocht
maar zag ook de microgolf wel zitten.

En jawel, sommige mensen hebben altijd geluk,
na een maand kreeg hij ook nog kanker.

Vanaf toen noemden die verpleegsters hem
'de gezwellige meneer'.
Een vreemd gevoel voor humor hadden die meisjes.
"We zullen duimen," giechelden ze
toen mijn vader voorbijreed.
"Hoe bedoel je ?"
"Wel, de enige dokter die we hebben
is eigenlijk een gyneakoloog
maar hij doet zijn best"
"Toch een broertje dus,"
grapte mijn vader tegen de dokter
die hem niet begrijpend terstond verdoofde.

Een week later
komt papa bij uit zijn narcose.
Met keizersnee
en zonder benen.
"Hier laat ik het niet bij zitten,"
zei mijn vader.
"Je zult wel moeten,"
zei de dokter.
Dat vond mijn vader een goede,
echt, hij lachte zich kreupel.
En dat was in zijn geval
een hele verbetering.

Het heeft echter niks meer geholpen.
Hij zei dag met het handje.
Nu ja, handje...
Hij ging de pijp uit.
Nu ja, ging...
In elk geval : hij was dood.

Maar wij wisten nergens van.
Daar stonden wij
met een spandoek,
vlaggetjes,
welkom papa welkom.

De bus stopte,
hoopvol keken onze ogen naar de deur
maar alleen de chauffeur stapte uit.
Hij kwam naar ons toe,
in zijn handen
papa's as in een plastic zakje.

Hij probeerde zo droevig mogelijk te kijken,
sloeg de ogen neer,
zag Fikske niet
en lap !
daar lag papa.
"Godverdomme," zei mijn moeder,
"zelfs nu hij dood is,
slaagt hij erin de boel te verknallen."

"Papapapapa," riepen wij
maar toen was mama er al over met de stofzuiger.
"Opgeruimd staat netjes," riep ze,
"wanneer komt de verzekering ?"

Het 70 punten plan

"O," dacht de pastoor
en probeerde het gesprek
op een iets luchtiger onderwerp te brengen
"Je vader was dus overleden,
dat zal wel een hele opluchting geweest zijn."
"Oja ? Je kunt wel merken
dat jij nooit een moeder hebt gehad."

De dag na de begrafenis
riep ze ons samen in de living.
Nu ja, living,
het was tegelijk living,
keuken en slaapkamer.

Regel 1 : vanaf nu gaan de broertjes werken.

Ontzetting alom
werken ?
Terwijl Migrije zo'n prachtige
sociale zekerheid heeft.
Als iedereen zo denkt
raakt het land straks nog uit de schulden.
Hebben we geld over.
Goed voor de economie natuurlijk
maar dan komen er wel banen bij.
Moeten we gastarbeiders importeren
en waar eindigt dat dan ?
Migrije had geen behoefte aan
een Vlaams Blok
of de Liberalen.

Na wat nadenken
bleek uitzendwerk de ideale oplossing.

Broertje n° 3 zag die Susanne wel zitten
en als je het slim aanpakte,
moest je helemaal niks doen.
Het kwam er alleen op aan zo vlug mogelijk
een arbeidsongeval te krijgen.
Moest het bedrijf je namelijk betalen
tot je genezen was.
Er kon dan ook geen nageltje rondslingeren
of mijn broertjes hadden erin getrapt.
En allemaal met komplikaties natuurlijk.

Regel 2 : Fikske slaapt alleen nog bij mama.

Moeten we ons dan een lief zoeken ?
Da's de bedoeling, zei mijn moeder,
anders krijg ik jullie nooit het huis uit.
En als we er geen vinden ?
Dan koop je je zelf maar een hond.
Ik houd niet van honden
dus ik moest wel.
Het is nooit een probleem geweest hoor.
Er waren genoeg jongemannen
die met mij het bed wilden delen.
Meestal ook niet meer dan dat.
Maar dat was al moeilijk genoeg.
We hadden maar één bed.

Beurtrol.
Van 9 tot 10 was ik aan de beurt,
van 10 tot 12 n° 2
(hij stotterde dus hij kreeg dubbel),
dan was het pauze
ging mijn moeder even slapen
en van 5 tot 6 mocht ik verder doen.

Denk niet dat ik zomaar
met iedereen in bed kroop.
Ik had mijn regels.
Nu ja,
Zo moest iedere minnaar van mij
een AIDS-test hebben afgelegd.
Anders kwam hij er niet in.
In bed.
Daar was ik onverbiddelijk in.
Ik had het één keer door de vingers gezien
en ik was al seropositief.
Dus ik had iets van
dat gebeurt me geen tweede keer.

Als artiest is het tegenwoordig
zeer interessant om AIDS te hebben.
Uitverkochte zalen,
platina CD's,
eindelijk kunnen de mensen
hun collectie afronden.

De beste AIDS-campagne
vond ik die waar
Wivina zelf op TV kwam,
op slag had je hoofdpijn.

Ik kon het ook niet hebben
dat ze rookten.
En zeker niet
terwijl we aan het vrijen waren.

Het is ongezond,
zoent niet makkelijk
en stinkt verschrikkelijk.
Als ze bij mij wilden roken
moesten ze of buiten gaan
of door het raam gaan hangen.
Ik ben heel wat vrienden verloren
door dat roken.
Geen longkanker, nee,
door het raam gevallen.

Regel 3 : er wordt in dit huis niet meer gezopen
noch gevloekt.

Wat is vloeken ? vroeg n° 1.
Woorden als fuck, kut,
godverdomme, dedju,
shit, kak,
tyfuslijer, teringhoer,
zwijn, teef,
kaffer, makak
en nikker
wil ik niet meer horen.

We zijn toch nikkers, zei n° 10.
Hij wist meteen waarom papa zich vroeger
altijd op ons afreageerde.
Negers, zei mama,
vanaf nu zijn we negers.

N° 9 vond het vreemd,
alsof je tegen een debieltje gaat zeggen
dat hij geestelijk mindervalide is.
Het kind kan het woord niet eens uitspreken
en uiteindelijk betekent het hetzelfde.

Ach, zei de pastoor,
ze bedoelt het goed
ze kan het alleen
niet zo duidelijk overbrengen.
Wij hadden het anders vlug genoeg door,
daar hadden we echt geen
pedagogische middelen voor nodig.

Boer Bavo

Boer Bavo had twee koeien
koetje Boe
en koetje Beu.

De hele zomer stonden
koetje Boe en Beu lekker in de wei te grazen
en elke avond,
stipt om 15 over acht
kwam Boer Bavo.
Hij stapte over de prikkeldraad,
deed zijn avondplas tegen de oude eik
en begon te melken.
De hele zomer lang.

Maar op een avond in augustus
moest Boer Bavo overwerken.
Het veld was nog niet klaar
en de boer hij ploegde voort.
Het werd kwart over acht,
halfnegen,
negen uur
en koetje beu kreeg een beetje
een spannend gevoel in haar uier.
In het begin vond ze het wel lekker
"dat zou hij meer moeten doen"
maar wat later was het
helemaal niet leuk meer.

Koetje Boe, riep ze,
ik sta op springen.
Prikkeldraad, gaf die als raad,
dan spuit de melk er zo wel uit.
Dan hou ik het nog liever op.
Wil je niet liever eventjes
zuigen ?
Bweuh, deed koetje Boe,
mijn derde maag keert om
bij het idee alleen al.

Wachten op boer Bavo dan maar,
maar de boer hij ploegde voort.
Het was bijna middernacht.
Toe nou, zei koetje Beu
en koetje Boe gaf toe.

Ze stulpte haar lippen,
legde ze voorzichtig rond
de eerste tepel van koetje Beu
en zoog.
Ja-a-a-ah, deed koetje Beu.

De tweede tepel.
De tweede tepel was iets korter.
Koetje Boe kon haar lippen wel
rond het tepeltje leggen
maar als ze zoog,
floepte het ding steeds weer terug.

De grote middelen dan maar,
dacht koetje Boe en zette
haar tanden in de tepel.
Aaah, wat doe je ? vroeg koetje Beu.
Piercing, zei koetje Boe
en hop !
daar was de tepel weer vertrokken.
Dat gebeurt me geen derde keer,
dacht koetje Boe en beet
deze keer stevig door.

Wat een vreemde melk, dacht ze,
zo rood, zo zoet, en zo alleen
o, sorry, 't is bloed !
Toen sloeg de klok 12 uur.
De hoektanden van koetje Boe
begonnen te groeien,
ze kreeg haar op de uier
en haar ogen werden rood.
Wat gebeurt er koetje Boe ?
vroeg koetje Beu
en toen werd het stil.

Een halfuur later arriveerde boer Bavo,
eindelijk klaar met zijn werk.
Vreemd, dacht hij,
'k zie maar één koe in de wei.
Hij stapte over de prikkeldraad,
keek even rond
maar deed dan toch eerst maar
zijn avondplas.
Tradities moet je niet veranderen.
De rits ging los,
't geplas begon.

Wat een mooie tepel,
dacht koetje Boe
en lap !
de weerkoe sloeg weer toe.
Hoeoeoeoeoeoe...

De moraal van dit verhaal,
zei mama,
overwerk laat zich nooit belonen
en als je plassen moet,
doe dat dan niet tegen de bomen.

Foster Parents

Zo probeerde mama ons op te voeden.
Hoewel we het niet breed hadden,
deed ze toch haar best.
Ze wou bijvoorbeeld elke week
minstens één keer vlees op tafel.
Mijn verzameling kinderlijkjes
slonk dan ook zienderogen.

Toen verbeterde onze situatie.
Mama had ons opgegeven
voor het Foster-Parents-plan.
Kreeg je 27 frank per dag.
Nog veel te weinig maar
het was de kunst
je door zoveel mogelijk gezinnen
op hetzelfde moment
te laten adopteren.

Broertje n°8 werd
tot zeven keer toe geadopteerd.
Hij was dan ook blond met blauwe ogen.

Hij had een full-time job
aan het schrijven
van die onnozele Engelse briefjes.
Dat verlangen ze namelijk in ruil
voor het geld dat ze geven.
Een kort Engels briefje
met zoveel mogelijk fouten.

Als je te goed schrijft
denken ze dat het geld niet meer nodig is.
Dat is moeilijker dan het lijkt
waarover schrijf je die mensen ?
Alledaagse dingen, vroegen ze.
Migrije, 29 februari 1995.
De zon schijnt
en vandaag was het feest in ons hutje.
Broertje n° 7 werd gisteren
namelijk voor de tiende keer verkracht.
Door een Belgische blauwhelm.
Een hele lieve.
Bedankt, fluisterde hij mijn broertje in het oor,
ik zal voor altijd aan je denken.
Dat zal wel, zei mijn broertje,
ik ben seropositief.
Maar evengoed graag gedaan.

Kreeg je domme Engelse brieven terug
want die Belgen kunnen niet beter.
Vraag aan een Belg wat de Big Ben is,
en hij denkt waarschijnlijk
aan een hamburger.

Bij die brieven zaten soms kadootjes
wat kraaltjes,
een spiegeltje,
een video van de Lion King.
Wat waren wij met een videocassette van de Lion King ?
We hadden geeneens een videospeler,
wij waren arm.
O, maar in België is dat net omgekeerd.
Hoe armer een gezin,
hoe meer elektronische troep in huis.

Elk jaar met Pasen,
stuurden ze een paaskuikentje.
Een speelkameraadje als het ware.
De spel-letjes die wij speelden
waren echter niet zo kuikenvriendelijk
want de beestjes overleefden ze meestal niet.
Maar eigenlijk was dat ook niet de bedoeling.

Pinokkio

En toch...
op een keer was er een kuiken
dat besloten had kip te worden.
Zelfs na het kuiken-honkbal
bleef het beest overeind
en ze groeide op tot een mooie witte kip.
Pinokkio.
We hadden ze eigenlijk beter Sneeuwwitje genoemd,
maar dat sprookje kenden we niet.

Na een tijdje werd Pinnokio te groot
om nog in de schoendoos te passen.
Ik moest 's avonds al serieus duwen
om haar kopje nog onder het deksel te krijgen.
We hadden haar kam al bijgeknipt,
haar pluimen al uitgetrokken
maar zelfs dat hielp niet meer.
De kip moest buiten.

"Dan loopt ze weg."
Mama wist raad.
Ze nam een elastiek
'n goeie twee meter lang,
bond het ene eind rond Pinokkio's poot
en het andere aan de oude eikeboom.
Zo kon Pinokkio buiten
maar toch niet weg.
Leuke oplossing.

Dat was echter buiten
de hond gerekend.
Pinokkio stond nog geen tien minuten
in het gras
of Fikske zette de achtervolging in.

De kip liet zien dat ze
diep in zich
toch nog iets van een vogel had
en vloog.
Steeds hoger,
steeds hoger,
steeds... ploing !
te pletter op de kop van Fikske.

De beide beesten herstelden zich vrij vlug
en begonnen te lopen rond de oude eikeboom.
Algauw zag je niet meer
wie achter wie aanzat.

Een detail waar de beesten
zich blijkbaar geen vragen over stelden.
Pi-nokkio liep zo hard ze kon.
Haar rondetijden werden steeds beter.
Dat kon ook niet anders
door de elastiek aan de boom
moest ze haar rondjes steeds kleiner maken.
Wanhopig probeerde ze
van richting te veranderen
maar Fikske was geen ezel.
Het was een hond.

Uiteindelijk ging Pinokkio
door de knieën.
Knap ! deed Fikske
en Pinokkio was een kip zonder kop.

Nadat wij van dit schouwspel
genoten hadden, zei mama
ga voor niemand op de knieën
want samen met je trots,
verlies je ook nog je hoofd !
Daar waren wij van onder de indruk.

Petanque

Toen ik twaalf werd,
kreeg ik mijn eerste lange broek.
Het was tevens ook mijn eerste broek
dus dat was best een aanpassing.
Maar ik leerde snel.
Dat je niet met twee benen in één pijp kunt,
had ik vrij rap door
en dat je voorzichtig moet zijn
als je de rits dichttrekt
zelfs nog iets vlugger.

Mijn klasgenootjes keken vol bewondering
naar mijn nieuwe aanwinst.
Waauw, een broek.
Mag je daar ook op zitten ?
Dat moet.
Verslijten je billen minder.
Hoe moet het als je naar het toilet moet ?
Dan doe je ze uit.
Je kunt ze uitdoen ook ?
Toen een half uur later
de hele school dit wonder van de moderne tijd
uitgeprobeerd had,
gingen we knikkeren ?

's Avonds kwam ik thuis
met twee
gaatjes
in mijn broek.

Gooooodveeeerdoooooommmmme,
riep mijn moeder,
je hele broek naar de kloten,
wat heb jij uitgespookt ?
We hebben geknikkerd, mama.
Gewat ?
Gekn...
geknegerd, mama.
Ik had je nog zo gezegd
nooit op de knieën,
hoor je, nooit op de knieën !!

Rechtstaand knikkeren !
En zo werd het petanque in Migrije geïntroduceerd.

Ze is wel streng, zei de pastoor.
Dat kun je wel zeggen
en dan heb je het ergste nog niet gehoord.

Vertel, vertel, zei de pa-stoor.
Sinds wanneer ben jij
zo geïnteresseerd in vrouwen ?
Nee, daar gaat het niet over maar
ik euh..ik kan misschien wel goede raad geven.
Oja ?
Kom maar op met je goede raad.
Als ik AIDS heb,
mag ik dan vrijen met een kondoom ?
Euh...
Als mijn broertje verkracht werd-,
mag hij dan een abortus ?
Euh...
Houdt God van alle mensen ?
Ja, zei de pastoor,
blij dat hij een antwoord wist.
Ook van mij ?
Ja, zei de pastoor
en skoorde voor de tweede keer.
Waarom mag ik dan niet van jongens houden ?
Euh.. fuck, dacht de pastoor.
Liever niet,
denk aan uw celibaat.

De hond (3)

Zoals elke ochtend,
stond ik ook die morgen
op mijn Duitse schoolbus te wachten.
Mijn moeder,
de broertjes
en de hond
zouden me zoals gewoonlijk uitwuiven.

Ik was een beetje zenuwachtig
want vandaag hadden we een nieuwe chauffeur.
De vorige had een ongelukje gehad.
Aan 120 km per uur
reed hij tegen een onvoorziene hindernis.
Margriet Hermans
bezocht de vluchtelingenkampen in Afrika.
Hij slaat met zijn hoofd voorover,
de mond opengesperd van ontzetting,
de airbag komt uit het stuur,
recht in die open mond
en scheurt zijn hele hoofd aan flarden.

In de verte nadert een stofwolk.
Aan een waanzinnige snelheid
rijdt de bus op ons af.
Stop ! roep ik.
Wanhopig zoekt de nieuweling
in zijn woordenboek
naar het Duitse woord voor remmen.
Wat moet ik doen ? .
Rij ergens tegenaan, suggereer ik,
maar hou je bek dicht !
Ok, zegt hij
en rijdt het eerste
dat hem voor de wielen komt omver.

Fikske
en de tien broertjes.

Ontzet kijkt mijn moeder
naar dit tafereel.
Ze zakt op de knieën.
Ik wil nog even zeggen
nooit op de knieën, mama,
maar instinctief voel ik aan
dat het niet het moment is om grapjes te maken.
Ffff..
Fikske, huilt mijn moeder,
Fikske.

Verwilderd kijkt ze me aan.
Jij hebt gestudeerd, zegt ze,
maak hem weer levend.
Ik..ik ? Ik ?!
Ik probeerde me te herinneren
wat ik de afgelopen jaren op school geleerd heb.
Wat heeft pater Dementius
mij bijgebracht ?

Ik stap op Fikske af.
Sta op en wandel.
Hij blijft liggen.
Sta op en wandel !
Hij zal te moe zijn zeker,
zeg ik tegen mama.

Ga weg, antwoordt ze.
Hè ?
Ga weg
en kom niet terug
voor je weet
hoe je hem weer levend krijgt.

De chauffeur van de bus toetert
tuut tuut.
Ik stap in en de bus rijdt weg.
Mama
mama

Lieve Leo

Migrije werd ontdekt
door de Belgische koning
Leopold de tweede
die persoonlijk met een roeibootje
de Migrant,
onze grootste rivier,
is opgevaren om de arme Migrijntjes
kultuur en beschaving te brengen.

Koning Leopold was zeer geliefd
bij zijn onderdanen
en kreeg dan ook de bijnaam
Lieve Leo.

Onder zijn bewind
kende de Migrijnse ekonomie
zijn grootste bloei.
De slaven waren onze voornaamste
exportprodukten
en aangezien onze vrouwen
zeer vruchtbaar waren,
draaide de produktie op volle toeren.
De vrouwen hadden een leuke bezigheid
en om de mannen te motiveren
reikte men eens per jaar
de titel "nuttige neuker" uit.

Om te tonen hoe bezorgd hij was
over ons landje,
bevruchtte Lieve Leo
tijdens zijn ambtstermijn
eigenhandig
17500 Migrijnse vrouwen.

Orde en tucht
moest er echter ook wezen
en daarom had Leo
een zeer origineel
en tevens goedkoop
rechtssysteem uitgedacht.
Op het einde van de maand
werden dertig misdadigers
in een arena samengebracht
onder het motto
"wie zonder schuld is, werpe de eerste steen".
Naderhand werden de lijken
onder de bevolking uitgedeeld
en mocht de overwinnaar
naar de tweede ronde.
Als hij het een jaar uithield
werd hij automatisch
generaal in het Migrijnse leger.

Deze elitetroepen
bevrijdden systematisch de buurlanden
van hun onderdrukkende regimes
en lijfden ze bij Migrije in.
Koning Leopold
zag Migrije dan ook
als een eerste stap
naar het Duizendjarige Belgische Rijk.
Een idee dat hem later is afgesnoept
door één of ander Duitsertje
van wie de naam
me nu even niet te binnen schiet.
Helmut Kohl geloof ik,
of was het Charlie Chaplin ?
Ik weet het niet meer.

Kortom deze Belgische koning
die vrij over het leven en de dood
van zijn onderdanen besliste,
regeerde...

Ik schrok op.
Kunt u dat nog eens herhalen ?
De hele show ?
Alleen dat laatste.
Ik weet het niet meer.
Euh.. het was iets over.

Ik ben al bezig
... of was het Charlie Chaplin ?
Ik weet het niet meer.
Kortom deze Belgische koning
die vrij over het leven en de dood
van zijn onderdanen besliste...

die vrij over het leven en de dood
van zijn onderdanen besliste...

over leven en dood besliste...

Ik stond op en liep de klas uit.
Waar ga je naartoe, vroeg de leraar.
Ik word koning van België, riep ik.

Ik beefde van opwinding
om koning van België te worden
is dat zeker geen slecht begin.

De moraal (1)

Helaba, zei de pastoor,
jij wil naar België ?
Hoe denk jij daar binnen te komen ?
Nou, gewoon.
België is toch een demokratisch land,
daar kun je toch vrij in en uit.

Uit wel, zei de pastoor,
in is heel wat moeilijker.

Heb je geld ?
Nee, anders kocht ik wel gewoon
een nieuwe hond.
Heb je een Belgische partner ?
Nog niet.
Heb je dan misschien Belgische vrienden ?
U.
Daar zat iets in, vond de pastoor.
Weet je wat ik zal doen ?

Toevallig
heb ik vroeger
met de Belgische minister van Buitenlandse zaken
in de klas gezeten.
Dat is een zeer belangrijk minister
want België is een klein land,
dus ze hebben zeer veel buitenland.
Als ik je nu een briefje voor hem meegeef,
knijpt hij wel een oogje dicht.
En als het moet zelfs allebei.

(tast in zak, vindt papieren zakdoek, schrijft)

Beste Erik,
weet je nog die keer
dat ik je samen met Elio
in de toiletten betrapte ?
Ik heb je toen niet verraden.
Nu kun je eindelijk eens iets terugdoen.
Laat Ali erin als het even kan.

Met de meeste hoogachting, uw pastoor.

S.P. ik heb de foto's nog steeds.
Je bent in al die jaren niks veranderd.

Alsjeblieft Ali.
Ik hoop dat je een goede koning wordt.
Maar als ik je nog één ding mag zeggen
het worden is leuker dan het zijn !

Is dat de moraal ?
Daar had de pastoor nog nooit zo over nagedacht.
Ik denk het wel.
Te vroeg, te vroeg !
Kom straks nog eens terug.

Ik draaide me om en liep naar huis.
Dag ma, ik heb de oplossing,
ik word koning.
Het leek mama een hele goede oplossing.
Van welk land ?
België.
Dat leek mama iets minder
maar kom, als het moest.

Dag Ali,
ik zal je toch een beetje missen.
Het zal zo leeg zijn
als jij er niet meer bent.
Ach ma, je krijgt gauw genoeg
een nieuwe zoon.
Dag ma,
daaag....

(snikt, haalt zakdoek uit, veegt tranen af en snuit neus,
kijkt naar zakdoek)

Fuck. Fuck ! Fuck !! Fuck !!!

Johnnie Flik

Waarde landgenoten !
Wij, Ali,
koning der Belgen
wensen u een heel goed jaar.
Wij wensen u een zalig kerstfeest,
een zalig pasen,
een zalig weet-ik-veel.
Wij zijn heel blij dat wij hier
als jullie koning zitten
wij hebben niet veel werk,
worden goed betaald
en komen vaak op televisie.
Koningin Filiep en wij
zijn dan ook van plan
het nog lang te blijven.

Het is allemaal
nogal makkelijk gegaan.
Behalve het begin
dat sloeg een beetje tegen.

Ik dacht
ze kontroleren toch alleen de luchthavens,
ik ga met de fiets.

Eigenlijk is het vreemd
dat al die illegalen
uit de lucht komen vallen.
Als je weet
dat mensen in die landen
gemiddeld 2000 frank per maand verdienen,
kunnen het toch nooit
economische vluchtelingen zijn
op die vliegtuigen.

Die zitten er dik in.
En voor die hun boeltje achterlaten
moet er zeker een goede reden zijn.

Ik kwam dus met de fiets
via Luxemburg, Schengen
en zo België binnen.
Dacht ik.

Want daar stond die éne politieman
Johnnie Flik.
Hij was alles
wat zijn naam liet vermoeden
én dik,
én dom,
én politieagent.
Hij kon helemaal niks.
en maakte dus veel kans
binnenkort commissaris te worden.
Johnnie Commissaris, jawel.
Zo'n man van wie de knuppel
inderdaad een verlengstuk is.

Vijftien jaar lang
had hij aan die grens gestaan
wachtend op die éné illegaal op de fiets !
En vandaag was het Bingo !

"Papieren !"
"Euh... tja... (haalt papieren zakdoek uit)
alstu-blieft"
"Papieren !!"
"Bedoelt u dit ?"
(haalt 500 frank uit)
Na even diep nagedacht te hebben,
bleek hij toch niet korrupt.
Bovendien was het te weinig.
"Aha, ons jongetje heeft geen papieren,
wil ons jongetje even meekomen ?"
"Jongetje, jongetje, weet jij wel
tegen wie je praat ?"
"Oh, wat spijt me dat,
ik had je niet herkend.
Michael Jackson zeker ?"
"Nee, uw toekomstige koning !"
Dat had ik nu niet moeten zeggen.
Met de koning werd niet gelachen.

"Op je knieën."
"Dat mag ik niet van mijn moeder"
Ook al niet zo'n overtuigend argument.
"Op je knieën"
"Nee"
(J.F. slaat tussen de benen van Ali)
"AAAAAH...ooooooh...."
Nu mag je veel met mij doen
maar je moet niet gaan slaan.
"Weet je wel wat wij in Migrije
met zo'n mannetjes als jij doen ?
Weet jij wel..."

Vijf sekonden later
zat hij met zijn handboeien
door zijn strot
en met zijn knuppeltje
op een plaats
waar het nog nooit geweest was.

Verkeerd

En ik was op weg naar Brussel.

België is best een tof landje.
Zo mooi,
zo groen,
zo hartelijk ook.

Je komt hier toe als illegaal
en ze voeren je direkt
naar een kasteel.
't Is een kleintje
maar het is een kasteel.

En zoveel mensen.
En zo sociaal.
Dat zie je echt aan alles
de Belgen gaan werken
en ze trekken allemaal naar Brussel,
allemaal gezellig in één stad,
daarna knusjes bij elkaar in de metro,
er worden portefeuilles uitgewisseld,
en 's avonds kruipt iedereen
in de appartementen.

Fantastische uitvinding
die appartementen
een beetje privacy
en toch volop kontakt met de buren.

Alleen met de verkeersregels
had ik wat moeite.
Ik sta aan het zebrapad,
ik zie een rood ventje,
ik wacht,

ik zie een groen ventje,
ik steek over.
Alles in orde.

Ik kom aan het zebrapad,
ik zie een groen ventje,
ik steek over
maar midden op het zebrapad
wordt het groene ventje rood.
Dus
ik stop.
Dat is gevaarlijk, dat is gevaarlijk !
Hoe overleven jullie bejaarden dat ?

Er is ergens
een heel rustig dorpje
in de Westhoek.
Zo'n dorpje waar niks gebeurt,
ze hebben één braderie,
één kermis
één zakdoekkaarting van de Chiro
en dan heb je het gehad.

De mensen die er voorbij kwamen,
reden dan ook verschrikkelijk snel
om er toch maar zo vlug mogelijk
doorheen te zijn.

Ik heb niks tegen snel rijden.
Integendeel,
ik doe het zelf ook wel eens.
Toen ik mijn rijexamen moest doen,
heb ik het parkoer
- waar je normaal een halfuur over doet -
in tien minuten afgelegd.
Foutloos.

Alleen in de zomer
vind ik het vervelend.
Dan heb je van die stomme muggen
die op de autosnelweg
in de verkeerde richting vliegen
spookmuggen.
Kan je achteraf uren krabben
om al die prut eraf te krijgen.
Er bestaan heel wat produkten daarvoor
maar het enige dat echt helpt
is krabben.
Dat is altijd zo met muggen.

Weet je wat ik ver-schrikkelijk vind
je zit op het WC
een beetje na te denken
over de dingen van het leven
of de Story te lezen,
maakt mij niks uit,
en plots hoor je
het zachte gezoem van een mug.
Dan blijf je toch niet meer rustig zitten.

Nog erger
je zit op het WC,
je hoort een mug
en plots
hoor je ze niet meer.
Dan spurt je toch
met de broek omlaag
dat toilet uit.
Wie weet
waar dat beest is gaan zitten ?

Daar trokken die automobilisten
zich echter niks van aan.

Alleen
in dat dorp woonden ook nog
kinderen
die er zo'n beetje een sport van maakten
omver gereden te worden.
Links kijken,
rechts kijken,
om zeker niet gemist te worden.

Niet dat die auto's daarom stopten.
In het beste geval
zag je die chauffeur denken
ze hebben hier wel hele dikke muggen.
En als hij 's avonds
aan het krabben was
Tiens, een mug met schoentjes aan,
zeker een mutatie,
komt natuurlijk
door al dat kernafval
in de Westhoek-.

Maar op een dag
vonden de dorpelingen
dit kan niet meer.
We hebben nog wel iets anders te doen
dan de hele tijd nieuwe kinderen te maken.
We moeten iets doen !
Maar wat ?

Een verkeersdrempel
leek de beste oplossing.
Sommige radicalen zagen hem liefst
anderhalve meter hoog,
maar de meerderheid koos
voor het landelijk gemiddelde.
Zo gezegd, zo gedaan.

Met spanning wachtten de dorpelingen
op de eerste auto die de drempel zou overschrijden.
Daar kwam hij aan, -
160 per uur,
hij bereikte de drempel,
werd de lucht in gelanceerd,
draaide drie keer over kop
en kwam met een klap neer.
Dood !

Een luid gejuich steeg op
en de omstaanders begonnen spontaan
te applaudisseren.
Plechtig zette de burgemeester
een eerste streepje
op het verkeersbord naast de drempel.
Nog 9.999.999 auto's
en hun probleem was van de baan.

Na een tijdje
kregen de wagens het systeem echter door
en ze regelden hun snelheid zo
dat ze na de drempel
drie keer sneller neerkwamen
dan ze waren vertrokken.

Shit, dachten de bewoners,
we moeten iets doen.
Maar wat ?
Laten we net op de plaats
waar ze neerkomen
een tweede drempel leggen,
zei de dorpsslimmerik.
Zo gezegd, zo gedaan.

Een auto vloog over de eerste drempel,
ze zagen nog het spottende gezicht
van de bestuurder
dat plots zeer verrast keek
toen zijn neus
zich in de tweede drempel boorde.
Opnieuw een streepje.
Het zag er naar uit
dat ze binnenkort
hun 100.000 ste slachtoffer
zouden kunnen vieren.

De plaatselijke industrie
draaide als nooit tevoren
crematoria,
slachthuizen
en beenderlijmfabrieken
schoten als paddestoelen uit de grond.
Iedereen was gelukkig
en voor gehandicapten
en mensen met drempelvrees
was er deskundige begeleiding.

Maar op een dag
was er iemand die dacht
die drempels,
da's allemaal wel mooi
maar als die wagens voorbij mijn huis komen,
zijn ze al lang weer op snelheid.
Laat ik maar
mijn eigen drempeltje leggen.

En toen ? vroeg de pastoor.
Dat weet ik niet,
ik ken het einde van het verhaaltje niet.

Ze zullen wel zoveel drempels gelegd hebben
dat het op de duur
toch weer een autosnelweg werd.
Denk ik.
O, wat jammer, zuchtte de pastoor.
Ik kan er ook niks aan doen hoor.

Weet jij misschien de weg
naar het koninklijk paleis ?
Je neemt gewoon de metro
tot Paleis/Palais
en dan zie je het voor je liggen.

Vermoord

Ik loop naar de voordeur
ik bel aan.
Het duurt eventjes
voor de koning opendoet
maar dan staat hij daar
excuseer, ik zat even op het toilet.
Met wie heb ik de eer ?
Met Ali, zei ik,
is uw neefje thuis, meneer Boudewijn ?

Pardon, zei de koning,
ik heet Albert.
U bent toch de koning van België ?
Jawel.
Dan bent u Boudewijn.

Maar neen,
Boudewijn was mijn broer
en die is twee jaar geleden
onverwacht gestorven.

Godverdomme,
heb ik helemaal voor niks
al die achternamen
van Fabiola van buiten geleerd.
Godverdomme,
en dat mens waar Albert mee getrouwd is,
heeft natuurlijk ook zo'n moeilijke naam
Paula of Paola
of Pola,
ik weet niet eens
hoe ik haar voornaam moet uitspreken
laat staan haar familiedinges.
Waarom kan dat mens niet gewoon
D'Hondt heten of zo.
Van Saksen-Coburg Gota
is ook niet makkelijk
maar Albert is tenminste joviaal.
Die zegt
zeg maar II.

Een leuke kerel hoor,
onze koning.
Als hij bijvoorbeeld te snel op zijn moter rijdt
en hij wordt geflitst,
benoemt hij die agent
meteen tot hofleverancier.

Zo is hij.
Hij heeft het nochtans
niet altijd makkelijk gehad.
Zo duurde het echt verschrikkelijk lang
voor hij kinderen kreeg.
Dat was niet zijn schuld,
er was niks mis met hem,
hij was gewoon niet getrouwd.

Alle meisjes zaten achter zijn broer aan
die was veel knapper,
veel vlotter
en veel meer koning.

Uiteindelijk heeft hij gereageerd
op een advertentie in de krant.

Knappe, onderdanige Fillipijnse dames
die weten wat werken is,
zoeken contakt met een gevestigde Vlaamse man.

Er kwam een leuke dame een paar keer op bezoek
- het was een Italiaanse maar dat is een detail-,
ze werden verliefd
ze trouwden
en negen weken later
kregen ze een zoon.

Het was een jongetje
de koning kon zijn geluk niet op.
Bovendien was de pasgeboren prins vrij stom
dus ontzettend geschikt voor het leger.
Sommige mensen hebben altijd geluk.

Er was maar één probleem
het prinsje was lelijk.
Niet zomaar lelijk,
zelfs Hans Otten kon er niet tegenop.
Toen ze hem de eerste keer
aan oom Boudewijn lieten zien,
kreeg die meteen een hartaanval,
zo lelijk !

Die hartaanval van Boudewijn
vind ik eigenlijk nogal vreemd.
de man is amper 62,
hij is koning van België
en heeft geen klop te doen,
en hij is op vakantie.

En precies dan
krijgt hij een hartaanval.
Volgens mij
is hij uit de weg geruimd.

Hij zat namelijk
overal in verwikkeld
Rwanda,
de vrouwenhandel
- getrouwd met een Spaanse, lang voor dat mode was -,
en tenslotte Agusta
een Italiaanse schoonzus
én een villa in Spanje.
Was hij minister geweest,
de HUMO had allang een verband ontdekt.

De Pil

Albert dus.
Ik slikte een keer
en begon opnieuw.
Goeiemiddag Albert,
is Filip thuis ?
Ja.
Zou ik hem even mogen zien ?
Waarom.
Euh...
ik zou met hem willen trouwen.

De koning omhelsde me
terwijl de tranen van geluk
hem over de wangen stroomden.
Eindelijk, eindelijk,
Heilige Boudewijn,
dat heeft ook lang geduurd zeg.
Derde verdieping,
tweede gang links,
eerste deur rechts.

(klop, klop)
Hai,
ik wil met je trouwen,
je vader vindt het goed.
Dat gaat zomaar niet, zei Filip,
iIk wil eerst wel eens weten
of wij wel goed kunnen praten.
Het gesprek is tenslotte de basis
voor een goede relatie.
Mij goed, zei ik

Dertig sekonden later
lagen we in bed te vrijen.

Hij kan niet veel
maar vrijen !
Dat was van
Aaaaah Aaaah
Brrrrr
Tuuut Tuuuut enz...

Howhowhowhow, zei de pastoor.
Wie is die man ? vroeg prins Filip.
Da's geen man,
da's de pastoor, zei ik,
en hij loopt overal achter me aan.
Behalve als je hem nodig hebt,
dan zie je hem niet.

Gaat het een beetje, vroeg de pastoor,
je kent elkaar nauwelijks
en je gaat al intiem.
Bezint eer ge begint.
We zijn al begonnen, zei Filip
maar de pastoor
liet zich niet uit zijn lood slaan.
Bedenk : het neuken is leuker dan de kinderen !

We kunnen niet eens kinderen krijgen,
Filip neemt al vier jaar de pil.
Hoe weet jij dat ?
Story.
O.

Zo, zei Filip,
en nu serieus
vertel eens.

Verdronken

Er was eens een heel eenzame man.
Hij woonde in een grote stad
op de bovenste verdieping
van een appartementsgebouw.
Hij had een leuke kamer,
een mooie televisie
en videospeler die hij zelf kon bedienen.

Alleen, hij was alleen.
Alleen was hij alleen.
Hij was alleen alleen...

Daarover zat hij dus
de hele dag te piekeren.
Koop eens een aquarium,
had de man van de waterleiding
vorige week nog gezegd.

Zo gezegd, zo gedaan.
Hij kocht een hele mooie kom,
deed er steentjes in,
plantjes in,
water in,
en ging zitten kijken.
Veel gezelliger werd het echter niet.

Misschien, dacht hij,
moet ik mij ook
een vis kopen.

Hij kocht Karl,
Karl de goudvis.
Karl was een hele speciale vis.
Hij dacht.

En niet zomaar,
heel filosofisch
Ik denk dus ik zwem, bijvoorbeeld
of Goudvissen aller landen verenigt u !
Dat laatste was heel bijzonder
want de meeste vissen
zijn al kapitalisten
maar goudvissen zijn de ergste.

Hij hield wel van zijn baasje
en deed dan ook zijn best
hem zo veel mogelijk te amuseren.

Hij speelde verstoppertje,
playbekte zijn favoriete liedjes
en zwom alle kanten op.

Maar toen Karl
voor de 13.857ste keer
de bocht genomen had,
had hij iets van
Tiens, hier ben ik al
eens eerder geweest.
Als ik dan toch niet vooruit kom,
kan ik evengoed blijven hangen.

En dat deed hij.
Zou hij ziek zijn,
dacht het baasje
en tikte eens tegen de kom.
Binnen, zei Karl
maar het baasje verstond hem niet,
het was dubbel glas.

Komaan zwem !
Laat me niet in de steek,
ik voel me al zo eenzaam,
alsje-blieft,
zwem ! Zwem !!

Karl keek ongerust
naar het steeds roder wordende hoofd
van zijn baasje.
Zou hij water te kort hebben ?
Ik ga hem reanimeren, dacht hij,
nam een aanloop
en sprong
in de open mond van zijn baasje.

Kuch, Aarghl,... (braakgeluiden)

Leuk verhaaltje,
hoe kwam je daar nou op ?
Dat komt door je vader, zei ik,
als hij van zijn moter stapt,
lijkt hij een beetje op een goudvis.
O, lachte Filip,
dat komt omdat zijn helm wat te klein is.

Wat is de moraal van het verhaal ?
Er is geen moraal.
Er is geen moraal ?
Nee.
Nou ja, mij best.
Wanneer wil je trouwen ?
Morgen.

Bezet

We trouwden.
Het was een fantastisch feest.
Vuurwerk,
fanfares,
het Vlaams Blok migreerde uit eigen beweging
naar Duitsland.
Iedereen gelukkig.

De volgende dag,
ik sta op het balkon
een beetje te wuiven naar mijn onderdanen,
- ik was populair,
ze riepen de hele tijd
'Ali is groot, Ali is groot'
en ik dan
"Maar wie is mijn profeet ?'
grapje -

Ik sta dus te wuiven
en ik denk :
ik zou even naar mijn moeder willen bellen.
Dat kon.
Een beetje koning
heeft tegenwoordig een GSM.
Leuk toestelletje trouwens
als je iemand dringend wil bereiken,
als je overvallen wordt.
Altijd handig.

De nieuwste rage tegenwoordig
zelfmoord plegen
terwijl je aan het bellen bent.
Hup ! van dat appartement
en ondertussen beschrijven wat je voelt.

Tegen het antwoordapparaat,
zodat je vrouw het achteraf
rustig opnieuw kan horen.

Vroeger kon dat niet.
Er waren geen antwoordapparaten ?
Nee, de snoertjes waren te kort.
Kon je hooguit mee
van het eerste wippen.
Was je niet echt dood natuurlijk.

Het vervelende van die telefoontjes is wel
dat ze altijd rinkelen
wanneer het net niet past.
Spannendste moment van de film,
twee plaatsen verder
Plplplpl.
Ook altijd Plplplpl,
niet meer gewoon Triiing,
het moet zo'n designergeluidje zijn.
Je staat op het punt
het orgasme van je leven te krijgen
Plplplpl.
Da's trouwens ook de betekenis
van die afkorting
G S M
Geen Seks Meer.

Ik ken mensen
die gelyncht werden
omwille van die telefoon.
Tong eruit,
trommelvliezen doorboord
en dan opeten.

Nadat de overvallers
eerst naar Singapore,
Australië
en Uzbekistan hadden gebeld.

Hallo ma, het is gelukt,
ik ben koning.
Morgen kom ik naar huis.
...
Dat is niet meer nodig ?
...
Je hebt een nieuwe hond ?
...
En ook drie nieuwe kinderen
dus ik kan rustig hier blijven.
...
O.
Dag dan maar.
...

Tja.
Dan zal ik maar koning blijven, zeker ?
Een mens moet toch iets doen.
Niet ?

Als een leeuw in een kooi

Waarom zit je nu zo onnozel te kijken ?
Wat verwacht je dan van mij ?
Ik kan niks meer vertellen
want ik had gewoon niks te doen.
Als koning heb je in België
niks,
nuts,
knudde
te doen.
Naar het leger mocht ik niet
want daar zat Filip.
Het enige wat ik kon doen
was oefenen aan mijn Kerstboodschap.
En die mocht ik dan nog niet eens
zelf schrijven.
Of op 11 juli kon ik vijf minuten meezingen met
De Vlaamse leeuw.
Play-back.
Je dacht toch niet dat ik
als enige
die tekst zou leren zeker.

Ze zullen hem niet temmen,
de fiere Vlaamse leeuw.
Al dreigen zij zijn vrijheid,
met kluisters en geschreeuw.

Ze zullen hem niet temmen,
zolang één Vlaming leeft.
Ik hoor een kudde schapen,
die zelf geen mening heeft.

Ik verveelde me te pletter.
Ga nu eens rustig zitten, zei Filip,
denk na over wat je nog zou kunnen doen,
kies er iets uit,
en doe dat dan.

Ik begin na te denken.
Wat kan ik nog allemaal worden.
Keizer.
Uiteindelijk gewoon een grote koning.
Niet dus.
Paus.
Ik was getrouwd
en niet wereldvreemd genoeg.
Vergeet het.
Kind.
Maar ja, een kind kan wel koning worden
maar een koning nooit meer kind.
Die is niet van mezelf hoor,
die is van de Bond Zonder Naam.

Wat blijft er dan nog over ?
Dood ?
Dat lijkt me wel iets.
Dood.

Eindelijk begreep ik Boudewijn.
's Avonds aan tafel
vertelde ik mijn besluit aan Filip
Filip, euh... hadden wij morgen
iets belangrijks te doen ?
Volgens mij niet, antwoordde hij.
Nee, het is maar...
morgen ga ik namelijk dood.

Hoe ga je dat doen ?

Ik stort me waarschijnlijk van de trap.
Dat lukt je nooit,
Diana van Engeland
heeft dat al vier keer geprobeerd.
Ze staan altijd klaar
om je op te vangen.

Een koning mag toch wel zelfmoord plegen
wanneer hij dat zelf wil, zeker.
Vergeet het, zei Filip,
sinds de laatste staatshervorming
heb je daar de handtekening
van drie tweetalige ministers voor nodig.
Drie tweetalige ministers ?
Fuck, fuck, fuck,
zoveel zijn er niet eens.

Een andere manier.
Ik ga heldhaftig sneuvelen in de strijd.
Welke strijd ?
Ik vind wel iets,
desnoods verklaar ik Rusland de oorlog.

Hallo Boris,
this is Belgium calling
...
Belgium !
...
B E L G euh euh zwzlnju
Brussels, you know ?
...
Yes, yes, manneke Pis is still pissing
...
No, no, we don't split the atomium,
hahaha, you are such a joker, Boris

Boris, waarom ik je eigenlijk bel,
ik had je graag de oorlog verklaard
...
Daar doe je niet aan mee ?
...
Komaan Boris, da's goed voor je econom-ie
...
je hebt geen economie meer,
da's ook waar natuurlijk.
Doe het dan voor mij, Boris
...
alsjeblieft, alsjeblieft,
...
toe nou Boris, laat me toch eervol sterven (snikt)
...
Als je niet doet wat ik zeg, Boris,
bouw ik eigenhandig die Berlijnse muur opnieuw.
Desnoods in Geraardsbergen
...
Hallo ?
Boris ?

Goed,
als ik dan geen strijd
in het buitenland kan krijgen,
dan maar hier.
Ik wil een revolutie !
Dan maken ze me wel af.

Ik hef steeds hogere belastingen.
60, 70, 80 procent van hun inkomen.
Ik werd steeds rijker
en het volk steeds armer.
Maar er was geen kat die reageerde,
België natuurlijk.

Dus ik plaats onbemande kamera's,
eerst op de autostrade,
dan aan de rode lichten
en tenslotte tot in de toiletten toe.
Maar niemand die iets zei,
niemand die iets had van
Tiens, het Vlaams Blok is terug uit Duitsland
en we hebben het niet gemerkt.

Dus ik verbied sigarettenreklame,
pornografie
en ik breng het
toelaatbaar alkoholgehalte
naar 0,0 terug.

En toen was het Bingo !
Want je mag in België veel doen,
maar je mag niet aan de pinten zitten.
Het volk kwam op straat.
Tien miljoen Belgen,
voor één keer verenigd.

De dood van een koning,
altijd iets speciaals.
Vorige keer een verrassing,
nu mochten ze er zelf aan meedoen.

Laat ze maar komen,
kom maar op !

Tien miljoen is wel veel.
Eigenlijk teveel.
Filip ? Filip !

Maar Filip en het leger hadden zich
als echte Belgen
direkt aan de winnende kant geschaard.

Pastoor ! Pastoor ?

Het volk stormt het paleis binnen.
Ik kan het allemaal uitleggen, roep ik
maar ze sleuren me naar de muur.
Tien soldaten staan me op te wachten,
hun geweer in de aanslag.
Broeders, fluister ik.

Aan de lijn !
Klaar !
Vuuueueueu, zei Filip
die nog net op tijd
voor de kogels gesprongen was.
Hij heeft recht op een laatste wens.
Omdat dat zijn laatste wens was,
krijg ik de mijne ook.

Allé Ali, brult de generaal,
wat is je laatste wens.
Oen Chokotoff, zeg ik
en in de tijd van één televisiereklame
ben ik vrij.

Ik probeer langs een achterdeurtje
naar buiten te glippen
maar dat was buiten het volk gerekend.
Daar loopt hij !
Waar kan ik heen ?
De kerk !
Ik storm het gebouw binnen,
de meute komt achter me aan.

De moraal (2)

De pastoor zwaait de deur van de sakristie open
en stapt de kerk in.
De kerk zit bomvol.
Het lijkt wel een sprook-je.

Hij kijkt verbijsterd
maar loopt toch naar de preekstoel.
Ik zal jullie eens iets vertellen.
Wat, wat, wat ?
Ja wat ?
hij twijfelt even.
Een grapje
Sta op en wandel,
maar ze blijven zitten.
Hij krijgt een inval
en schreeuwt het uit

Het zoeken is leuker dan het vinden !

Het volk is razend enthousiast
en stroomt naar buiten.

Het zoeken is leuker dan het vinden,
het zoeken is leuker dan het vinden,...

Oef, denkt de pastoor,
ze zijn er vandoor.
En dan ziet hij,
links van de biechtstoel,
een jongeman.

Waarom doe jij niet mee ?
Het zoeken is leuker dan het vinden ?
Maar wat zoeken we ?
Je hebt het gevonden, zegt de pastoor.

Het zoeken is leuker dan het vinden,
het worden leuker dan het zijn,
het neuken beter dan de kinderen,
O, wat is het leven fijn.