De gemeenteraad van
Brussel-Stad heeft op 13 mei 2002 de intentieverklaring aangenomen om in
het Vlaams decreet van 13 juli 2001 inzake het stimuleren van een "Geïntegreerd
en kwalitatief lokaal cultuurbeleid" te stappen. De beslissing werd
genomen door de meerderheid + VLD en Spirit tegen oppositie (PRL - FDF)
na een verplicht folkloristisch nummertje van FDF-raadslid Maingain die
de beslissing probeerde tegen te houden door de toekomstige cultuurbeleidscoördinator
af te schilderen als l'oeil de Moscou van de Vlaamse Gemeenschap die de
stad op de vingers zou kijken (en erger). Schepen De Lille (Agalev) weerlegde
dit rustig en stelde dat het college in dit decreet een belangrijke meerwaarde
ziet: "het betekent dat een topdown benadering verlaten wordt en een
onderhandeld cultuurbeleid gestalte kan krijgen. Op basis van inspraak en
participatie wordt gewerkt aan een plan waarin strategische en operationele
doelstellingen worden opgenomen die meetbaar zijn en ertoe moeten leiden
dat de inspanningen van de verschillende actoren beter op elkaar worden
afgestemd. Dit decreet beperkt onze autonomie niet, integendeel dit decreet
zal ons toelaten ook in Nederlandstalige culturele materies daadwerkelijk
een rol te spelen", alsdus nog schepen De Lille.
Juni 2002
Bron: Vijfhoek
|