Waar is de tijd dat
de Brusselse Franstalige liberalen hun aanhang gestadig zagen dalen. "Voyez
grand, votez Klein", luidde het in de jaren '70.
Hoe hoger deze voormalige schepen van de Stad Brussel op de kieslijst klom,
hoe lager het aantal zetels van zijn partij zakte. Zelfs de meest doorgewinterde
liberalen konden niet beletten dat het FDF geleidelijk bijna al hun zitjes
in de gemeenteraad inpikten. De liberalen moesten hun ondergang in grote
mate aan zichzelf wijten door in verspreide slagorde met een hele rist scheurpartijen
naar de kiezer te trekken. Zij dachten dat Brussel eeuwig blauw zou blijven.
Toen de kiezer mettertijd
op het communautair gehakketak van het FDF uitgekeken geraakte, namen de
Franstalige socialisten het roer over, ook al omdat de stilaan uit hun as
herrijzende liberalen Fransdoller probeerden te zijn dan de fanatiekste
FDF'ers. Na bijna anderhalve eeuw liberale burgemeesters werd de Gotische
Zaal ingenomen door volkse elementen zoals Brouhon, Thielemaans, Demaret
Niet meteen figuren met een uitstraling die je van de burgemeester
van de hoofdstad van het land, van Europa en - tot spijt van wie het benijdt
- van Vlaanderen mag verwachten. Die moet immers niet alleen de "Zuidfoor" openen, maar ook geregeld hooggeplaatste gasten ontvangen.
De blauwe ridder
Wie voor die functie
geknipt is, is ongetwijfeld uittredend burgemeester de Donnéa. Dat
is althans de mening van Manu De Rons (VLD), de enige Vlaamse schepen die
onze hoofdstad rijk is. Sinds de komst van de "blauwe ridder",
zegt hij in "De Burgerkrant" van juli 2000, is er in het tot dan
verwaarloosde Brussel veel veranderd: de Sint-Gorikshallen en het Fontainasplein
werden gerestaureerd, de KVS staat eindelijk in de steigers. Dankzij o.m.
het communautair consensusbeleid van de burgemeester kregen de Vlaamse verenigingen
90 miljoen meer.
Een detail
Dat is de reden waarom
de VLD op 8 oktober 2000 scheep gaat met de lijst van de burgemeester, een
mix van PRL en FDF. Op de vraag of de aanwezigheid van de extreem-francofiele
Maingain het Vlaamse imago van de VLD niet ondermijnt, antwoordt De Rons
resoluut dat deze man slechts een detail in het kader van de heropleving
van de stad is. Als FDF-voorzitter profileert hij zich op de kap van de
Vlamingen, maar in de gemeenteraad loopt hij braafjes in het gareel. Naast
De Rons (5de plaats) stuurt de VLD Wim Knops, Yvonne Smekens, Lucette de
Wit, Bart Eeman en Julien Meganck in de kiesarena.
Met drie verkozenen
uit twee verschillende lijsten was de CVP de sterkste Vlaamse fractie in
het Brusselse stadsbestuur, maar kon geen schepenambt versieren. Nu zijn
ze allemaal weer broederlijk verenigd op één PSC-CVP-lijst
om naar de kiezer te trekken: Piet Coenen, Jean De Hertogh en Luc De Ridder.
De vraag is wie zal overblijven, want de lijst heeft geen grote stemmentrekkers.
't Zit in de familie
In 1994 behaalde de
VU (toen nog alleen en met Bert Anciaux als lijstduwer) 2,3% van de stemmen.
Net niet genoeg om een zetel te behalen, want het Vlaams Blok wist er met
2,5% wel een te bemachtigen. Blijkbaar heeft de familie Anciaux iets met
procenten
Deze keer neemt de
alliantie VU&ID voor 8 oktober geen risico meer: Bert neemt resoluut
de tweede plaats in beslag. Lijsttrekker is Marie-Paule Quix. De overige
kandidaten waren nog niet definitief bekend toen deze bijdrage werd geschreven.
Maar heeft dat belang? In het vooruitzicht van mogelijk één
zetel staat nu al vast dat hij in de familie blijft. Om dat te bewerkstelligen
legt het partijprogramma voor Brussel de nadruk op de "mobiliteitsbeheersing" in de stad: de zwakke weggebruikers beschermen tegen agressieve chauffeurs
en snelheidsduivels, de parkeer- en fileproblemen aanpakken door het autoverkeer
te ontmoedigen en het openbaar vervoer te bevorderen. Dat is op zijn minst
even belangrijk als andere maatregelen om het toenemend gevoel van onveiligheid
in te dijken.
Geen hoerastemming
Nadat Willem Elbers
als enige verkozene van het Vlaams Blok vakkundig werd weggewerkt met volgens
de partij zeer betwistbare argumenten, wordt zijn opvolger Peter Lemmens
met de nek bekeken. In de afgelopen zes jaar werden zijn tussenkomsten stelselmatig
genegeerd, zijn interpellaties onontvankelijk verklaard, zijn vragen bleven
onbeantwoord of belandden gewoon in de vuilnisbak. Zijn mandaten in de stedelijke
vzw's (waaronder het sportfonds met Maingain als voorzitter) werden niet
toegekend. Alleen met De Rons was menselijk contact mogelijk, aldus Lemmens,
die zijn pijlen vooral richt op het personeelsbeleid van de stad, dat er
op gericht is zoveel mogelijk eentalig Franstaligen en vreemdelingen contractueel
in dienst te nemen: stad- en parkwachters, psychologen, bemiddelaars, allemaal
mensen die met het publiek in contact komen en dus volgens de wet tweetalig
moeten zijn. Verder worden de vier Vlaamse gemeenschapscentra van Brussel
stiefmoederlijk behandeld: ze krijgen een vaste toelage van een schamele
60.000 frank in vergelijking met de ettelijke miljoenen voor de infrastructuur
van de Franse gemeenschap. Het "Festival de la Francophonie" ontving
één miljoen, het Festival van Vlaanderen niets. Het Vlaams
Blok trekt met Erik Arckens als lijsttrekker naar de kiezer. Bij de groenen
komen zowel Agalev (met Bruno De Lille als lijsttrekker) als Ecolo (met
Marcel Rijdams op 5) op met tweetalige lijsten. De PS, aangevoerd door Freddy
Thielemans, heeft één Vlaming op zijn lijst: Ronny Buyens
op zeven.
September 2000
Bron: Brusselse Post
|