TP - Brussel / Haren
Als eerste van de negentien
gemeenten installeert de stad Brussel een terrein voor woonwagenbewoners
op haar grondgebied. Er werd gekozen voor een afgelegen site aan de treinsporen
in Haren. Die is bestemd voor een twintigtal woonwagens. Schepen van Gelijke
Kansen Bruno De Lille (Agalev) doet een oproep aan de andere gemeenten en
het Brussels Gewest om het voorbeeld van de stad te volgen.
Een groot deel van
de woonwagenbewoners in Brussel komt uit Slovakije en Roemenië. De
families, die tot de laatste nomadencultuur behoren, trekken van het noorden
van Europa tot Zuid-Frankrijk. Hun aparte levenswijze en de cultuur- en
taalverschillen zorgen vaak voor spanningen met de plaatselijke bewoners.
Totnogtoe 'gedoogden' de politieke overheden de aanwezigheid van de families.
De Stad Brussel neemt nu het voortouw en prepareert in de Waterranonkelstraat
een terrein van 20 are voor de opvang van een twintigtal families. Het terrein
ligt in een zijstraat van de Haachtsesteenweg, een buurt waar normaliter
geen mens komt. "Zodoende vermijden we eventuele strubbelingen met
de bevolking en kunnen de woonwagenbewoners in alle rust leven", zegt
Agalev-schepen van Gelijke Kansen Bruno De Lille. Hij weerlegt de kritiek
dat Brussel het dorp Haren 'weer eens' als dumpplaats gebruikt. "Ach,
we hebben lang gezocht naar een geschikt terrein voor dit project. Uiteindelijk
bleven twee opties over: dit terrein en een ander in Haren, maar dat was
omgeven door veel woningen. Haren ligt ook in het noorden van Brussel en
is daarom vaak een eerste doorgang voor veel zigeunerfamilies."
De site is eigendom
van het OCMW van Brussel. Stad en OCMW staan in voor het beheer ervan. Schepen
De Lille heeft nog geen concreet zicht op het kostenplaatje, maar vernam
intussen dat het gewest in de verbouwingswerken wil interveniëren voor
25.000 euro. "Uiteraard kost het beheer van zo'n terrein geld, maar
we besparen tegelijk op andere posten. Omdat we de woonwagens centraliseren,
is het afgelopen met bewonersklachten en de daarmee gepaardgaande politie-optredens
en administratieve rompslomp." Het initiatief verspreidde zich als
een lopend vuurtje onder de gemeenschap van de Belgische woonwagenbewoners.
Eind verleden week stonden al acht woonwagens met een Belgische nummerplaat
op het terrein geparkeerd. Ter aanleg van het terrein lieten ze meteen twee
vrachtwagens met kiezelsteentjes uit Charleroi overkomen. De Lille en zijn
collega Henri Simons namen die gelegenheid te baat om ter plekke naar de
noden van deze mensen te peilen. "Volgende week worden de eerste chemische
toiletten geleverd", legt De Lille uit. "Eind november komt er
een omheining en trekken we waterleidingen door naar het terrein. Elektriciteit
vinden de bewoners geen prioriteit. De grasweide naast ons terrein is eigendom
van het OCMW van Vilvoorde. Ik ga aan mijn Vilvoordse collega vragen om
dat terrein ook voor woonwagens te reserveren. Er komt een gemeentelijk
reglement dat de verblijfstermijn van de woonwagens moet vastleggen. We
denken aan 15 tot 31 dagen." De Lille lanceert een oproep: "Slechts
één terrein voor het Brussels Gewest is veel te weinig. Wij
geven het voorbeeld, alleen hopen we dat de andere gemeenten of het gewest
zullen volgen. Vooral in het zuiden van Brussel moet een terrein bijkomen."
31-10-2002
bron: Brussel Deze Week
|