De Brusselse schepen
voor Vlaamse aangelegenheden, Bruno De Lille (Agalev), voelt zich niet aangesproken
door een vrije tribune waarin hem gesuggereerd wordt op te stappen als voorzitter
van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg ( KVS). Het opiniestuk van de directeurs
van de twee andere stadstheaters, het Toneelhuis (Antwerpen) en het Publiekstheater
(Gent), verscheen gisteren in De Morgen.
De directeurs vinden
de twee functies van De Lille onverenigbaar. In zijn hoedanigheid van Brusselse
schepen stelde hij voor om de subsidies aan de KVS met een derde te verlagen.
De gemeenteraad volgde hem daarin. Volgens de twee directeurs betekent dit
dat De Lille "als schepen harakiri pleegt op een instelling die hij
als voorzitter ten volle hoort te verdedigen." Ze beroepen zich daarvoor
op het decreet op de podiumkunsten, dat zegt dat de plaatselijke overheid
geacht wordt de inspanningen van de Vlaamse Gemeenschap te volgen. Voorts
vinden ze het weinig tactisch om de grote theaters te verzwakken, net nu
die een nieuw élan gevonden hebben.
De Lille zijn dat hij
gisteravond zoals gebruikelijk de Raad van Bestuur van de KVS zou voorzitten.
Hij voelt zich niet aangesproken door de oproep tot ontslag. "De schrijvers
van het artikel kijken op korte termijn. Ik kijk in de toekomst. Als de
KVS in 2004 opnieuw naar het centrum verhuist, is er meer geld nodig. Ik
weet nu al dat de stad Brussel de inspanningen van de Vlaamse Gemeenschap
niet kan volgen. Er is sprake van 85 miljoen € en dat geld is er gewoon
niet. Daarom wil ik er nu alles aan doen om een oplossing te vinden. Ik
wil kijken of de andere Brusselse gemeenten, de Vlaamse Gemeenschapscommissie
(VGC) of de Vlaamse Gemeenschap een grotere bijdrage kunnen leveren."
Voorts vindt De Lille
dat de briefschrijvers te weinig vertrouwd zijn met de Brusselse context. "Ik respecteer het decreet wel. Er staat in dat de Vlaamse Gemeenschap
voor het Brusselse stadstheater een overeenkomst moet afsluiten met de VGC
of een of meer gemeenten. Gesteld dat ik het decreet al zou willen aanvechten,
dan kan ik dat niet eens in het Vlaams Parlement, want dat behoort tot een
ander gewest. Als de twee directeurs mijn ontslag willen afdwingen, zijn
daar eveneens democratische wegen voor. Ik raad hun de stad Brussel aan
i.p.v. een krantenstuk."
Minister van Cultuur
Van Grembergen (Spirit) mengt zich voorlopig niet in de discussie.
18-12-2002
Bron: De Standaard
|