Brusselse schepenen,
burgemeester of ambtenaren moeten het zonder kredietkaarten stellen. "Alles
is hier heel strikt geregeld, Antwerpse toestanden kom je hier niet tegen,"
zegt stadsontvanger Marc Frère, die verantwoordelijk is voor de gemeentefinanciën.
Vlaams schepen Bruno De Lille is het daar volmondig mee eens.
In principe moeten
alle Brusselse uitgaven vooraf worden goedgekeurd door het schepencollege.
Voor kleine uitgaven beschikken de schepenen wel over een voorschot van
500 euro, dat de tijd tussen de aanschaf en het terugbetalen van de uitgaven
moet overbruggen. Met dat voorschot kunnen ze aankopen tot maximaal 200
euro bekostigen, die nodig zijn voor de werking van hun dienst. "Kleren
kopen kan met dat budget niet", zegt Brussels stadsontvanger Marc Frère.
"In theorie zou dat enkel kunnen indien het schepencollege vooraf z'n
toestemming geeft, maar in de praktijk worden in Brussel nooit kleren gekocht
voor beroepsdoeleinden. En ook voor een GPS-systeem heb ik nog geen rekening
zien passeren." Volgens Frère gelden dezelfde strenge normen
niet enkel in de stad Brussel maar in alle 19 gemeenten. Enkel de maximale
bedragen zouden verschillen van gemeente tot gemeente.
Onder kleine benodigdheden
vallen in Brussel bijvoorbeeld restaurantrekeningen voor zakenlunches, kleine
wagenherstellingen aan een wagen die voor dienstgebruik is toegestaan, verplaatsingskosten
-zonder echtgenote- en ook relatiegeschenken. "De stad heeft sowieso
een voorraad relatiegeschenken," vertelt Frère. "Maar als
een schepen iets persoonlijks wil, kan hij dat ook met z'n kasvoorraad betalen.
Maar dan moet de uitgave nadien wél nog goedgekeurd worden, natuurlijk."
De gemeentediensten
en schepenen moeten zich ook aan maximimumbedragen houden per type uitgaven. "Als schepen mag ik jaarlijks bijvoorbeeld maximaal 2.500 euro representatiekosten
inbrengen," vertelt schepen voor gelijke kansen Bruno De Lille (Agalev).
Maar het allergrootste stuk van dat budget blijft onbenut. Vorige maand
bracht ik bijvoorbeeld 70 euro restaurantrekeningen in, de maand daarvoor
helemaal niets, geloof ik." Dat de regeling in Brussel vrij streng
is mocht De Lille ook al aan den lijve ondervinden. "Ik vind restaurantbezoeken
niet altijd zo zinvol. Onlangs nam ik wel gasten mee naar het theater en
dronken we nadien nog wat. Bleek dat ik de theaterticketjes niet terugbetaald
kreeg: dat zou immers kunnen beschouwd worden als een extra subsidie aan
een instelling die er al krijgt. Het pintje achteraf mocht gelukkig wel."
14-03-2003
bron: De Morgen
|