Erik Raspoet
Wel honderd keer hebben
we het moeten horen. "Voor wie ik stem? Dat ga ik niet aan uw neus
hangen." Eén respondent zei het letterlijk: dat hij nog eerder
zijn bruto belastbaar loon te grabbel zou gooien dan vertellen voor wie
hij stemt. Natuurlijk hebben ze het gelijk aan hun kant. De stemming is
geheim, lees er de grondwet maar op na. Toch is de electorale omerta niet
overal even dwingend. Schrijvers, acteurs, kunstenaars en andere bewoners
van de culturele sector lieten vaker dan gemiddeld in hun kaarten kijken.
Dat geldt evenwel niet voor culturele gezagsdragers zoals museumdirecteurs
of intendanten. Ook heel wat boegbeelden van drukkingsgroepen putten zich
uit in excuses. "Te delicaat", luidde het antwoord, "wij
moeten bij alle partijen kunnen lobbyen". Nergens was de discretie
zo oorverdovend als in het bedrijfsleven. Meestal raakten we niet voorbij
de secretaresse. "Meneer de directeur laat weten dat hij op zo'n vraag
niet kan ingaan." Uiteindelijk hebben we ze dan toch gevonden. Vijftig
bekende, invloedrijke of anderszins interessante Vlamingen die rond voor
hun keuze uitkwamen. Sommigen wisten precies op wie en waarom. Anderen verkeerden
nog in het vagevuur van het zwevende electoraat en motiveerden hun twijfels.
(
)
Sandra Galbusera
Voorzitster Vrouwen Overleg Komitee
"Ik doe zoals
altijd: mijn stemmen verdelen. Rood voor de Kamer, groen voor de Senaat.
Even heb ik getwijfeld over Agalev. De groenen hebben in deze regering leergeld
betaald, maar ze verdienen een tweede kans. Ik stem niet alleen op partijen,
maar ook op kandidaten. Daarbij hanteer ik een verdeelsleutel: een man voor
drie vrouwen. Het is niet omdat je een feministe bent dat je niet voor een
man mag stemmen, tenminste voor mannen die feministisch handelen. Zo'n man
is Frank Vandenbroucke, die zich als minister van Sociale Zaken persoonlijk
heeft ingespannen om de eisen van de Vrouwendag te realiseren. Hij krijgt
mijn voorkeurstem op de SP.A-kamerlijst, samen met Yamila Idrissi, Anne
Van Asbroeck en Saïda Sakali. Yamila en Saïda zijn twee pittige
vrouwen met ideeën die een kans verdienen. Mijn Agalev-kwartet voor
de Senaat bestaat uit Marianne Vergeyle, Magda Aelvoet, Meryem Kaçar
en Bruno De Lille, de eerste man die ons zelf heeft aangeboden om een Vrouwendag
te organiseren. Een ding zit me wel dwars, ook bij SP.A en Agalev: de aanwezigheid
van effectieve kandidaten van wie vaststaat dat ze hun mandaat niet zullen
opnemen. Dat noem ik volksbedrog.
17-05-2003
bron: De Morgen
|