Theater, dans en comedy in 2002
Brussel - Sally De Kunst / Wouter Hillaert / Liv Laveyne / Tom Rummens belgië-nederland
Het wordt alsmaar
duidelijker: ex-minister van Cultuur Bert Anciaux (Spirit) bediende het
podiumkunstenlandschap bij de laatste structurele subsidieronde met gulle
hand, en daar plukt het nog steeds de vruchten van. Net als in de tweede
helft van 2001 explodeerde het aantal Vlaamse producties. Dat brengt echter
ook de nodige problemen met zich mee. Hoewel er sinds 1 juni 2001 elf
theater- en vier dansgezelschappen meer structureel gesubsidieerd worden,
blijkt de daardoor gecreëerde ademruimte voor de projectsubsidies
nog steeds onvoldoende.
Er zijn redenen te
over voor de voorzitters van de beoordelingscommissies Nederlandstalige
dramatische kunst, dans en muziektheater om een meer gediversifieerd systeem
voor te stellen, door onder andere werkbeurzen uit te reiken of een betere
doorstroming aan te moedigen naar de grote huizen en kunstencentra.
De expansie van Vlaamse
voorstellingen bleek het voorbije jaar nagenoeg omgekeerd evenredig met
de zorgwekkende verkoop in Nederland. Vlaamse gezelschappen geraken er
nog maar moeilijk aan een speelplek, en als ze er al eentje veroveren,
is er vaak een gebrek aan publiek. De Vlaamse golf is voorbij, zo klinkt
het. Maar ook het gebrek aan een ondersteuningsbeleid en de commercialisering
van de sector in Nederland zouden aan de basis liggen van de tanende uitwisseling.
Omgekeerd klagen ook de Nederlandse gezelschappen dat Vlaamse schouwburgen
hen te duur vinden. Nochtans zijn er ook uitzonderingen. Toneelgroep Amsterdam,
waar de Vlaming Ivo Van Hove de plak zwaait, gaat er het voorbije jaar
wat verkoops- en publiekscijfers in Vlaanderen betreft zelfs op vooruit
en de toekomst lonkt.
Dat neemt niet weg
dat de theaterkloof tussen Vlaanderen en Nederland groter lijkt te worden.
Spreken we werkelijk elkaars taal niet meer, zoals het NRC-Handelsblad
eerder dit jaar opperde? Naar aanleiding van de selectie van het jongste
Theaterfestival raakten de gemoederen in de Nederlandse pers in ieder
geval erg verhit. In een opiniestuk schreef NRC-Handelsblad-theaterrecensent
Wilfred Takken dat vooral de geselecteerde Vlaamse voorstellingen vaak "klein, obscuur en ontoegankelijk" ogen. Hein Jansen van De
Volkskrant merkte dan weer op dat het festival is "verworden tot
het speeltje van de (Vlaamse) Luk Perceval- en Johan Simons-fanclub".
Zowel Simons als Perceval stonden immers met twee regies op de festivalaffiche,
respectievelijk met Truus en Connie en GEN en met Asem en L. King of Pain.
het jaar van perceval
2002 lijkt alvast
het jaar van Luk Perceval te zijn. In Duitsland ging zijn succesronde
verder met Traum im Herbst bij de Münchener Kammerspiele, en met
Das kalte Kind bij de Berlijnse Schaubühne. Maar ook in Het Toneelhuis
hield Perceval 2002 staande door zijn L. King of Pain en Andromak, en
door de regisseursstoel over te nemen voor de voorstellingen Food Chain
en Bloedarm, van respectievelijk Tom Van Bauwel en Tom Van Dyck, twee
regisseurs die inmiddels uit het ensemble van het Antwerpse stadstheater
verdwenen. Coryfeeën Jan Decorte en Sigrid Vinks voegden zich daarentegen
bij de vaste kern. Waarmee Het Toneelhuis het acute gebrek aan jonge beeldenstormers
voor de grote zalen lijkt te bevestigen.
theatergezelschappen
Waar de Brusselse
KVS op zijn beurt wat probeert aan te doen. Ondanks het politieke getouwtrek
rond subsidies, en de hetze rond zijn voorzitter van de raad van bestuur én Brusselse schepen van Vlaamse Aangelegenheden Bruno De Lille
(Agalev) slaagt de KVS er steeds meer in zijn functie als stadstheater
op een zinvolle manier in te vullen. Aangezien de verbouwingen van de
schouwburg aan de Lakensestraat vertraging opliepen, blijft de KVS nog
een jaartje langer in de Molenbeekse bottelarij. Dat artistiek leider
Jan Goossens, zijn zakelijk tegengewicht Danny Op de Beeck en hun medewerkers
daar de diversiteit hoog in het vaandel willen dragen, werd onder meer
de voorbije weken bewezen door de aandacht voor de vierde editie van het
Halqa-festival.
Daarnaast haalde
de KVS na een breuk van enkele jaren in 2002 opnieuw de banden aan met
vaste waarde Wim Vandekeybus, maar zette ook de jonge regisseur Raven
Ruëll er zijn parcours voort. Met zijn complexloze bewerking van
Het leven en de werken van Leopold II van Hugo Claus pikte hij in op een
thema dat het voorbije jaar meermaals opdook: het Belgische koloniale
verleden. Uitgerekend begin februari, in de week dat de regering-Verhofstadt
aan de Kongolese bevolking en de familie van de in 1961 vermoorde Kongolese
premier Patrice Lumumba zijn verontschuldigingen aanbood, ging het theaterstuk
Lumumba-bah! van Sam Bogaerts en Nadine Lavern in première. Enkele
weken later veroverde de jonge Ivan Vrambout met Vive l'Afrique prompt
een plaats op de affiche van het Theaterfestival. Het Leuvense Braakland/ZheBilding
deed voor La dissection d'un homme armé dan weer research naar
de dood van de Belgische blauwhelmen in Rwanda en de onopgehelderde moord
op Julien Lahaut.
Het collectieve beslissingsmodel
van de Brusselse KVS mag dan zijn vruchten afwerpen, in het Gentse Publiekstheater
ging het er het voorbije seizoen moeizamer aan toe. Het blijft wachten
op de aangekondigde artistiek leider, die normaal gezien eind 2002 bekendgemaakt
zou worden, om de teugels stevig in handen te nemen.
06-01-2003
bron: De Morgen
|