Bruno persoonlijk
Bruno als schepen
Bruno Brusselt
krantenartikelen, cabaretteksten, ...
foto's en filmpjes
contact
home

>> Cabaretteksten (uit de periode dat ik zelf op de planken stond)
>> Krantenartikelen (kom ik in de krant, dan zie je dat hier)
>> Allerlei (persberichten, speech, ...)

>> Twintigers aan het roer van KVS

Brussel / Peter Anthonissen

De Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) krijgt een jong duo aan het hoofd. De vernieuwde raad van beheer van het Brusselse stadstheater benoemde Jan Goossens en Danny Op de Beeck tot respectievelijk artistiek en zakelijk leider. Beiden zijn al langer in dienst van het Brusselse stadstheater, maar werden nu ook officieel als opvolgers van Franz Marijnen en Lieven Struye voorgesteld, die respectievelijk eind 1999 en begin dit jaar opstapten. Goossens en Op de Beeck willen van de KVS 'een open huis' maken, dat zich op de eerste plaats concentreert op zijn 'kerntaak': het maken van theatervoorstellingen.

Het was ongezien voor een persconferentie van een van de drie grote Vlaamse stadstheaters. Vooraan in de zaal zaten gisteren enkel twintigers om het nieuwe project van de KVS te presenteren: Bruno De Lille (27), Brussels Agalev-schepen en de nieuwe voorzitter van de raad van beheer, Jan Goossens (29), de kersverse artistiek leider, en zakelijk leider Danny Op de Beeck (28). De Lille genoot er zichtbaar van om de "hele jonge en dynamische ploeg" voor te stellen die het Brusselse stadstheater voortaan leidt. Goossens en Op de Beeck profileren zich als de eindverantwoordelijken van een stuurgroep. Van een intendant, de functie die Franz Marijnen van 1993 tot begin dit jaar bekleedde, is niet langer sprake. De huidige werking is "minder ingebed in een piramidestructuur", aldus Goossens. "Tijdens het afgelopen seizoen hebben we hard gewerkt aan een eigen verantwoordelijkheid en een heldere communicatie op alle niveaus en in alle departementen van de KVS en met zeer goed resultaat."

Jan Goossens is een zoon van Paul Goossens, de eerste hoofdredacteur van De Morgen. In 1999 trad hij in dienst van de KVS als dramaturg. Voorheen was hij actief als regieassistent en dramaturg van Wim Vandekeybus en van de internationale theatercoryfeeën Peter Sellars en Peter Zadek. Tevens werkte hij als recensent voor Knack. Toen een fel bekritiseerde Franz Marijnen in september vorig jaar zijn nakende vertrek aankondigde ("om te vermijden dat ik om gezondheidsredenen definitief zou moeten afhaken"), stelde Goossens het seizoensprogramma 2000-'1 voor. Uit de werking die de KVS sinds 1999 in de bottelarij, zijn onderkomen tijdens de renovatie van de schouwburg aan de Lakensestraat, ontplooit, sprak al langer een frisse wind. Die lijkt met de benoeming van Goossens en Op de Beeck te worden bestendigd. In augustus vervoegen nog Hildegard De Vuyst (ex-Nieuwpoortteater, Les Ballets C. de la B.) en Ivo Kuyl (tevens docent aan het Rits) de ploeg als dramaturg.

Op het KVS-programma van volgend seizoen prijken, naast drie kleinere projecten in 'de stokerij', het door Paul Peyskens opgestarte labo van het stadstheater, vijf nieuwe voorstellingen: Parasieten van de jonge Duitse schrijver Marius von Mayenburg, in een regie van de dan net aan het Rits afgestudeerde Raven Ruëll; Kwartet van Heiner Müller, in een enscenering van Dirk Roofthooft; Diep in de aarde, dieper in uw gat, een nieuwe tekst van Jeroen Olyslaegers, die door Domien Van Der Meiren op de planken wordt gezet; Shakespeares Richard II,in een regie van Peyskens; en de double bill Boumkoeur/Cuisine et Dépendances door het theatercollectief Dito'Dito. "De artistieke werking wordt afgestemd op de beschikbare middelen en niet omgekeerd", zegt Goossens. Vijf producties is het minimum, aldus Op de Beeck, "om goed werk te leveren". Een groter aantal eigen voorstellingen is op dit moment niet mogelijk. Eerst moet de KVS immers een gecumuleerd verlies van 59 miljoen frank wegwerken. Weegt die erfenis niet erg zwaar?

Goossens: "Het is niet omdat een aantal dingen hier op het eerste gezicht problematisch zijn, dat we hier geen goeie dingen kunnen doen. De verhuizing van de Lakensestraat naar de bottelarij heeft veel losgemaakt. Al tijdens het eerste seizoen in de bottelarij hebben we dingen kunnen realiseren die dit theater dichter bij onze visie brachten van wat een stadstheater in Brussel zou moeten zijn. We willen er keihard aan werken om daarin verder te gaan. We maken ook geen scheiding tussen de KVS nu en zodra we weer verhuisd zijn. De mensen met wie we nu gaan werken, kunnen ook de artistieke inhoud van de KVS in de Lakensestraat bepalen."

Wat zijn de krachtlijnen van jullie toekomstplan?

Goossens: "Er zijn drie prioriteiten. Allereerst kiest de KVS in de volgende subsidieperiode resoluut voor zijn kerntaak: een stadstheater in en voor Brussel zijn, dat een platform biedt aan zoveel mogelijk kwaliteitsvolle, toegankelijke en spraakmakende theaterproducties, en waar veel mensen - van jong tot oud, van binnen en buiten Brussel - iedere avond de zalen vullen. Daarbij vinden we dat de KVS als stadstheater uitdrukkelijk de taak heeft om te kiezen voor repertoire, maar dan het repertoire in de heel open, evoluerende en bevragende zin van het woord. We zullen dus zowel antieke en klassieke repertoireteksten in een nieuw daglicht stellen als aandacht schenken aan de toneelliteratuur van de twintigste eeuw en de hedendaagse toneelliteratuur. Die artistieke doelen willen we realiseren met de heel goeie ploeg van artistieke, administratieve en technische medewerkers die vast aan dit huis verbonden zijn - met een voorlopig noodgedwongen kleine vaste kern van spelers (Simone Milsdochter, Katrien De Ruysscher, Chris Thys en Steve Geerts) - en met een bewegend collectief van freelance regisseurs, schrijvers, vormgevers en acteurs. De artistieke programmering van de KVS zal de komende jaren tot stand komen op basis van een permanent gesprek tussen die drie partners.

"Ten tweede wil de KVS weg uit het isolement. De KVS moet een open huis worden dat gesprekken voert met allerlei andere makers en gezelschappen en, waar mogelijk, tot samenwerkingen komt. Met Dito'Dito, het KunstenFESTIVALdesArts en het Rits zijn er al projecten gepland, maar ook met het Kaaitheater en de Beursschouwburg voeren we constructieve gesprekken. Met Wim Vandekeybus en Ultima Vez (in 1999 door de KVS aan de deur gezet, PA) praten we onder meer over een coproductie in 2002. Ten derde willen we de financiële basis van de KVS weer gezond maken en de terugkeer naar de Lakensestraat zo goed mogelijk voorbereiden."

Op de Beeck: "Het afgelopen seizoen hebben we heel zwaar in onze werking gesnoeid, met als resultaat dat we zestig miljoen frank minder hebben uitgegeven dan het jaar voordien. Waar we vorig seizoen het legendarische verlies (lacht) van 31 miljoen realiseerden, zullen we dit seizoen afsluiten met een bonus van twee tot vier miljoen. Een probleem is wel dat de nieuwbouw aan de Arduinkaai (waar een nieuwe kleine zaal komt, PA) vertraging heeft opgelopen. De planning was dat we daar in juni 2002 zouden intrekken, maar dat zal juni 2003 worden. We blijven dus een jaar langer in de bottelarij, en dat is duurder. In die omstandigheden kunnen we het volledige verlies niet wegwerken. In overleg met de subsidiërende overheden zijn we daarom op zoek naar bijkomende middelen. Die vinden we wellicht. De renovatie van de schouwburg zelf zit op schema. Ik vermoed dus dat we tegen de verhuizing naar de schouwburg in het seizoen 2004-'5 het verlies zullen hebben afgebouwd."

Naast de vijf eigen producties en 'de stokerij' hebben jullie opnieuw een receptief programma uitgewerkt. Dreigt het stadstheater zo geen kunstencentrum te worden?

Goossens: "Wij zijn geen kunstencentrum en we willen dat ook niet zijn. Het grootste deel van onze middelen wordt in de kerntaak geïnvesteerd. Wel willen we onze toeschouwers en onze eigen mensen voortdurend confronteren met het werk van andere gezelschappen. We vinden ook dat we de verantwoordelijkheid hebben om een aantal makers, zoals De Tijd, Het muziek Lod en de Roovers een speelplek in Brussel te blijven bieden."

Deel van de kerntaak is, zo stellen jullie expliciet, "de zalen vullen".

Goossens: "De KVS is een stadstheater, dat moet dus een plek zijn van en voor heel veel mensen. We richten ons zeker niet alleen tot mensen jonger dan dertig, we hoeden ons voor 'jeunisme. Ik geloof ook dat er een groot publiek bestaat voor werk dat van grote kwaliteit is. Ons werk moet toegankelijk zijn voor veel mensen, maar 'toegankelijk' betekent niet 'simplistisch'. Als je de goede stukken en de goede makers kiest en daar een boeiend verhaal mee vertelt, komen de mensen erop af, daar ben ik van overtuigd. Je moet wel altijd uitgaan van de inhoud. Geen enkele discussie over theater kan volgens mij een kijkcijferdiscussie worden."

De KVS heeft voortaan een artistiek leider die zelf niet regisseert. Is dat een voor- of een nadeel?

Goossens: "Ik denk dat het een voordeel is. Het komt niet zo vaak voor, maar er zijn voldoende voorbeelden van plekken waar het heeft gewerkt, zoals het Schauspielhaus in Hamburg. Iedere intendant-regisseur ondervindt aan den lijve dat het combineren van de dagelijkse leiding van een huis met regieopdrachten niet eenvoudig is. Dat praktische probleem stelt zich nu niet. Er is ook een inhoudelijk voordeel: de KVS moet en kan een theater worden dat niet exclusief draait om één artistiek ego en om de visie van één regisseur, maar waar zich, vanuit een coherente artistieke visie, een spectrum van makers kan ontwikkelen. We vinden het de hoogste tijd dat dat in een stadstheater gebeurt."

01-06-2001
Bron: De Morgen