Henri Simons (Ecolo) wil multicultureel karakter van Brussel uit de verf
doen komen
Brussel / Joeri Naânaï
Henri Simons (Ecolo),
de nieuwe schepen van Cultuur in Brussel, kan bezwaarlijk beschuldigd
worden van een gebrek aan politieke ervaring. In '87 werd hij volksvertegenwoordiger,
zowel in het federaal parlement, waar hij meewerkte aan de Sint-Michielsakkoorden
en deel uitmaakte van de commissie Justitie, als in het parlement van
de Franse Gemeenschap, waar hij niet alleen in de commissie Cultuur en
Media zat, maar ook fractieleider van Ecolo was. Vanaf '95 legde Simons
als schepen van Stedenbouw in Brussel al culturele accenten, onder meer
door hedendaagse kunstwerken te integreren in de openbare ruimte. Zo werd
aan de Zwarte Lievevrouwestraat een door de Franse kunstenaar Rimoux gemaakt
monument ter ere van het honderdjarig bestaan van de film opgericht. Simons
trad ook enige tijd op als woordvoerder van Ecolo en wordt naar eigen
zeggen binnen zijn partij beschouwd als de expert inzake cultuur en media: "Mijn partijgenoten noemen me Monsieur Culture." Simons is 46
jaar, genoot een opleiding tot maatschappelijk assistent en studeerde
ook Stedenbouw. Tijdens de voorbije gemeenteraadsverkiezingen behaalde
hij ruim 1.600 voorkeurstemmen. In de nieuwe Brusselse coalitie is Simons
als eerste schepen bevoegd voor Stedenbouw en Cultuur. In die hoedanigheid
wil hij nauw samenwerken met Bruno Delille (Agalev), de Brusselse schepen
voor Vlaamse Aangelegenheden, Gelijke Kansen en Internationale Solidariteit,
die in de hoofdstad op cultureel vlak heel wat in de pap te brokken heeft.
De belangrijkste
beleidsprioriteit in de nieuwe zittingsperiode bestaat er volgens Simons
in "ruimte vrij te maken voor de culturele en artistieke dynamiek
in Brussel. Het volstaat niet om alleen maar aan het publiek te tonen
wat er gemaakt wordt en reeds bestaat op cultureel vlak in Brussel. Het
is vooral van belang aan de artiesten zelf de kansen en de ruimte te geven
om te kunnen blijven creëren en te tonen wat ze in huis hebben." Dit betekent volgens Simons dat men in Brussel niet alleen prestigieuze
projecten moet steunen, maar ook belangstelling moet tonen voor jonge
en beloftevolle talenten.
Brussel is volgens
Simons een toeristische trekpleister met een enorm potentieel, maar de
inwoners van de Brusselse periferie krijgen vaak te weinig aandacht: "Ook
de jonge allochtonen die er wonen hebben hun eigen noden. Ik wil dan ook
het hybride en multiculturele karakter van Brussel beter uit de verf doen
komen. In dit verband werk ik samen met Wim Embrechts aan het project
Recyclart, waarvan de raad van bestuur door mij wordt voorgezeten. Dit
project, dat momenteel al loopt, moet het intercultureel contact stimuleren
tussen Franstaligen, Vlamingen, Europeanen en niet-Europeanen in de Marollen.
In die volkswijk staan heel wat gebouwen leeg en met ons project willen
we bijdragen tot een stedenbouwkundige en culturele heropleving. Zo wordt
het plaatselijke station Kapellekerk omgevormd tot een cultureel ontmoetingscentrum;
de wachtzaal wordt een heuse concertzaal en de foyer wordt heringericht
tot een café-restaurant." Het project, dat gefinancierd wordt
met Europese subsidies, heeft volgens Simons niet alleen een culturele
en stedenbouwkundige, maar ook een sociale dimensie. Jonge wijkbewoners
kunnen er een beroepsopleiding volgen inzake horeca, metaal- en houtbewerking.
Dit soort van projecten wil de cultuurschepen blijven uitbouwen en versterken:
"Op deze wijze ontstaat een geïntegreerd beleid waarin de samenhang
tussen diverse maatschappelijke dimensies tot uitdrukking komt."
De accentuering van
het multicultureel karakter van Brussel in de beleidsvisie van Simons
blijkt ook uit zijn pleidooi voor de uitwerking van meer projecten waarin
de tweetaligheid van de hoofdstad centraal staat, zoals het KunstenfestivaldesArts.
En de integrale benadering van het cultuurbeleid in Brussel zal volgens
Simons ook af te lezen zijn van vernieuwende architecturale projecten
waarbij een beroep zal worden gedaan op gerenommeerde hedendaagse architecten
als b0b Van Reeth. Met Van Reeth werd al samengewerkt, onder meer voor
de bouw van de nieuwe hoofdtribune in het Koning Boudewijnstadion. Daarnaast
koestert Simons nog andere plannen, maar die wil hij voorlopig nog niet
verklappen.
22-01-2001
Bron: De Morgen
|