sp.a en agalev eisen kerntakendebat over brussels cultuurbeleid
Adelheid Byttebier
(Agalev) en Rufin Grijp (SP.A), leden van de Brusselse Hoofdstedelijke
Raad, hebben de Vlaamse regering en Vlaams cultuurminister Van Grembergen
(Spirit) opgeroepen zo spoedig mogelijk het kerntakendebat op te starten
over het cultuurbeleid in de hoofdstad. Daarmee willen ze onder meer een
oplossing zoeken voor het geldgebrek waarmee de KVS kampt sinds Bruno
De Lille (Agalev), Brussels schepen van Cultuur en voorzitter van de raad
van bestuur van KVS/de Bottelarij, het budget van dat stadstheater met
400.000 euro verminderde.
Brussel - Joeri Naânaï
De problemen omtrent
de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) illustreren hoe complex een federale
staat als België in de praktijk functioneert. Voor het cultuurbeleid
in Brussel zijn drie politieke niveaus verantwoordelijk: de Vlaamse Gemeenschap
(vertegenwoordigd door het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering), de
Vlaamse Gemeenschapscommissie (die samenvalt met het Nederlandstalig gedeelte
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vertegenwoordigd wordt door
de Raad voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie) en de negentien Brusselse
gemeenten, waaronder de stad Brussel (die vertegenwoordigd worden door
schepenen zoals De Lille). Sinds 1921 bestaat er een traditie dat alle
niveaus hun verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk opnemen.
In de praktijk betekent
dat onder meer dat de stad Brussel haar budget aan de KVS optrekt wanneer
de Vlaamse Gemeenschap dat doet. Het probleem is echter dat daarover nooit
iets op papier is gezet en dat de stad Brussel momenteel met een gebrek
aan middelen kampt. Als schepen De Lille de oude traditie in ere wil houden
en voor de KVS bijna evenveel geld op tafel legt als de Vlaamse regering
momenteel doet, dan is hij in feite ongeveer 90 procent van zijn volledige
cultuurbudget kwijt. De Lille vind dat niet kunnen en kondigde onlangs
aan de subsidie aan de KVS te verminderen (DM 6/12). Momenteel krijgt
het theater nog 1,2 miljoen euro van de stad, vanaf 1 januari is dat nog
maar 800.000 euro.
De complexiteit van
de situatie in Brussel heeft ertoe geleid dat onder meer het Antwerpse
Toneelhuis en het Gentse Publiekstheater verontwaardigd hebben gereageerd
op de houding van De Lille (DM 17/12). Een schepen van Cultuur die het
budget terugschroeft van het stadstheater waarvan hij zelf voorzitter
is, dat is toch ongehoord? Toch niet, menen Adelheid Byttebier en Rufin
Grijp. "De Lille doet alles wat hij kan om de KVS te helpen",
aldus Byttebier. "Als schepen van Cultuur heeft hij echter te weinig
centen om het stadstheater voluit te steunen zonder zijn andere verantwoordelijkheden
te verwaarlozen. Vergeet niet dat het budget voor de Vlaamse gemeenschapscentra
in Brussel verzevenvoudigd is (van 5.000 naar 35.000 euro, JN) dankzij
De Lille en dat ook het budget voor Vlaamse aangelegenheden in de hoofdstad
gestegen is met 40 procent (van 1 naar 1,4 miljoen euro) dankzij hem.
"Dat hij de
KVS-subsidie vermindert, is in feite een signaal aan de Vlaamse overheid
om eindelijk werk te maken van het kerntakendebat over het cultuurbeleid
in Brussel. De vorig Vlaamse cultuurminister, Bert Anciaux (Spirit), had
beloofd om dat debat te voeren maar heeft dat niet gedaan. Ook de huidige
minister van Cultuur Paul Van Grembergen heeft tot op heden nog geen overleg
gepleegd. Nochtans bestaat er sinds 1999 een decreet waarin de Vlaamse
regering zichzelf ertoe verplicht een convenant met de Vlaamse Gemeenschapscommissie
en de Brusselse gemeenten af te sluiten. Wij eisen dat dat nu ook echt
gebeurt."
Byttebier en Grijp
richten zich ook tot Guy Vanhengel (VLD), minister van Financiën
in de Brusselse regering: "De Brusselse gemeenten waarin ook Nederlandstalige
schepenen zetelen, krijgen sinds het Lombardakkoord (het Brusselse luik
van het federale Lambermontakkoord, JN) samen 25 miljoen euro extra. Dat
geld zou ook daadwerkelijk naar Vlaamse cultuurprojecten moeten gaan.
Momenteel is dat vaak niet het geval. De Franstalige culturele centra
bijvoorbeeld worden in Brussel veel royaler bediend dan de Nederlandstalige.
We vragen dan ook dat minister Vanhengel een omzendbrief naar de gemeenten
stuurt om hen erop te wijzen dat ze een bicommunautair beleid moeten voeren
en dat de Nederlandstalige schepenen hun deel van de koek moeten opeisen."
27-12-2002
Bron: De Morgen
|