Acht Congolese topambtenaren komen volgende maand in Brussel kijken hoe ze in onze hoofdstad vuilnis ophalen en geboorteaktes opstellen. «Sinds de oorlog is er van openbare dienstverlening in Congo zo goed als geen sprake meer. Wij gaan helpen om de machine weer aan te zwengelen», zegt kabinetsmedewerkster Sophie Deneyer van Brussels schepen voor Internationale Solidariteit Bruno De Lille. Daarom komen de Congolezen naar ons land om te leren hoe een volkstelling werkt, hoe de burgerlijke stand automatisch samenwerkt met de materniteiten, hoe gegevens gearchiveerd worden en hoe de openbare reinheid bij ons is georganiseerd.
«Vuilniswagens kennen ze in Congo niet, maar wel 'pousse-pousseurs' die met stootkarretjes het vuilnis bij de rijken ophalen en het dan een eindje verderop in de straat weer wegkieperen. Ouderen herinneren zich nog hoe het eraan toe ging tijdens het koloniale bewind, maar de jonge generatie popelt om van ons te leren hoe ze een stad moeten runnen», zegt Deneyer.
Een Brusselse delegatie van vijf personen, onder wie ook schepen van Openbare Reinheid Bertin Mampaka van Congolese afkomst reisde eind oktober al af naar Kinshasa. Vorige maand werd de opleiding van Congolese officieren in ons land nog voortijdig stopgezet omdat er zestien de benen hadden genomen. «Dat zal hier niet gebeuren. Het gaat om een klein groepje hooggeplaatste ambtenaars en de vice-gouverneur heeft beloofd een oogje in het zeil te houden», aldus de kabinetsmedewerkster. (PBO)
23-11-2004
bron: Het Laatste Nieuws
|