 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
|
>> Cabaretteksten (uit de periode dat ik zelf op de planken stond) >> Kongolezen zoeken netheidsideeën in Brussel |
|
Samenwerkingsakkoord brengt delegatie uit Kinshasa naar Brussel om Kongolese hoofdstad proper te maken Brussel – Kris Hendrickx Vorige maand sloten Brussel en Kinshasa een overeenkomst. De steden zullen voortaan samenwerken op het vlak van burgerlijke stand en openbare netheid. Nu wordt de daad bij het woord gevoegd. Een delegatie uit Kinshasa toert door Brussel en laat er zich inspireren door de aanpak van het afvalprobleem. Dat Brussel in eigen land als vuil bekendstaat, dat gaat er bij de Kongolezen niet in. ‘Hier kunnen 50.000 mensen betogen zonder dat daar 's avonds iemand iets van merkt.' We zijn 25 meter onder de Anspachlaan geweest, in een 15 meter brede riool. De Brusselse riolering is een echte stad onder de stad.” Robert Daba, verantwoordelijke voor de wederopbouw van de stad Kinshasa, is onder de indruk. “In Kinshasa hebben veel wijken helemaal geen riolering. Toen de stad gebouwd werd, liep het afvalwater gewoon via gootjes naar de waterlopen. Sindsdien is er niet zoveel veranderd.” Vandaag kampt de stad met een reusachtig afvalprobleem, vertelt Daba. “Kinshasa heeft geen stort. Het afval van de acht miljoen inwoners blijft gewoon liggen, het wordt op de hoek van de straat gedumpt of in een van de waterlopen. Die zijn ondertussen zo vol dat ze bij een fikse regenbui al uit hun oevers treden. Het stadsverkeer blokkeert en we hebben regelmatig epidemieën.” Daba is een van de acht Kongolese delegatieleden die de voorbije week Brussel doorkruisten, op zoek naar inspiratie voor de heropbouw van de Kongolese hoofdstad. Die verkeerde de voorbije tien jaar in een quasi-permanente staat van verwaarlozing, vertelt Daba. De stad Brussel beloofde onder meer te helpen bij de uitbouw van een ophalingssysteem voor afval in de miljoenenstad. Kinshasa krijgt bijvoorbeeld vijf uitgerangeerde voertuigen van de stad Brussel cadeau: een bulldozer, twee bezemwagens, een perswagen en een containertruck. Eén lid van de delegatie leerde voorbije week meteen ook hoe de voertuigen bestuurd en onderhouden worden. De bedoeling is dat de man in eigen land het voertuigenpark beheert en op zijn beurt lesgeeft aan toekomstige chauffeurs. De klemtoon van het samenwerkingsakkoord ligt minder op het materieel dan op de knowhow. Ambtenaren van de stad Brussel helpen om een structuur voor de ophaling van afval uit te bouwen. Tijdens hun bezoek aan Brussel doen de Kongolezen inspiratie op voor thuis. Naast de riolering bezochten ze de voorbije week de verbrandingsoven, een installatie voor de productie van biogas en een marktsite die onder handen wordt genomen door een reinigingsploeg. Gisteren kregen ze meteen ook een sterk staaltje van het Brusselse savoir-faire inzake betogingen. “Er komen 50.000 mensen langs en even later is het alsof er geen demonstratie was”, kon Emmanuel Biey met eigen ogen zien. Biey is verantwoordelijk voor de uitbouw van de openbare reinheid in Kinshasa. Daba en Biey verwachten dat de schoonmaak na demonstraties in de toekomst alleen maar belangrijker zal worden. “Naargelang het land democratischer wordt, zullen de mensen steeds meer op straat komen.” Vandaag is Kinshasa nog een grote vuilnisbelt. Wie over een jaar naar de Kongolese hoofdstad reist, zal ze niet meer herkennen, maakt Biey zich sterk. “We zijn nu bezig met een operatie Coup de poing (vuistslag, KrH). Bedoeling is om het stadsbeeld en de waterlopen te zuiveren van alle afval.” Daarna wil de stad een systeem van afvalbeheer uitbouwen. “Er komen normaal gezien drie stortplaatsen waar het hoofdstedelijk afval naartoe gaat”, vertelt Biey. “De ophaling zelf zal aansluiten bij wat de mensen nu al kennen. De kleine wagentjes waarmee ze nu hun afval tot aan de straathoek brengen, blijven in gebruik. Maar in plaats van straatstorten komen er containers op vaste locaties.” Op ander plaatsen wordt dan weer gewerkt met mobiele vuilnisbakken. De bakken meten 3 à 4 m², hebben wieltjes en kunnen door een auto weggetrokken worden. Het samenwerkingsakkoord is er vooral om de situatie in Kinshasa te verbeteren. Toch heeft ook Brussel iets aan de uitwisseling, zegt Henk Van Hellem , kabinetschef van Brussels schepen voor Internationale solidariteit Bruno De Lille. “Meehelpen aan de heropbouw van Kinshasa betekent vertrekken van nul en werken met een compleet andere wetgeving. Op die manier stellen onze ambtenaren ook de eigen manier van werken in vraag.” Luc Devyver, technisch directeur bij de stad Brussel, is het daarmee eens. “Het is best mogelijk dat we ook in Brussel dingen gaan veranderen door het akkoord. Misschien kunnen een aantal procedures bijvoorbeeld vereenvoudigd worden.” Dat Brussel in eigen land niet de beste reputatie heeft als het op openbare netheid aankomt, doet de Kongolezen grijnzen. “De problemen zijn hier zo miniem. Kijkt u eens door het raam. Ziet u die middenberm daar? Hij is groen, in Kinshasa zou hij praktisch helemaal wit zijn door de plastic zakjes.” 22-12-2004 |
