'Culturele actoren verankeren'
Het eerste cultuurbeleidsplan van de stad Brussel neemt de eigenheid van de culturele instellingen in de hoofdstad als vertrekpunt. Vanuit die eigenheid wordt de instellingen gevraagd bruggen te bouwen naar andere culturele spelers en zichzelf voortdurend te vernieuwen en ter discussie te stellen. 'Alle culturele instellingen die die logica onderschrijven, kunnen dankzij het beleidsplan op extra financiële of logistieke steun van de stad Brussel rekenen', zegt Bruno De Lille, de Brusselse schepen van Vlaamse aangelegenheden (Groen!).
De ondertitel van het cultuurbeleidsplan 2004-2007 luidt: 'Drie dynamieken voor een hedendaags Brussel'. Schepen De Lille en Jo Ackermans, de cultuurbeleidscoördinator van de stad Brussel, namen het initiatief voor het beleidsplan.
De cultuurbeleidscoördinator schreef een lijvig rapport met een uitgebreide inventaris van alle culturele spelers, een culturele visie op een hedendaags Brussel in de vorm van een 'dynamische triangel' én het kostenplaatje van het beleidsplan. Volgens Ackermans is het cultuurbeleidsplan een vervolg op het rapport 'Dwarsdoorsnede van de podiumkunsten in Brussel'. Guido Minne, directeur van de Beursschouwburg, schreef dat anderhalf jaar geleden in opdracht van de stad Brussel.
Het cultuurbeleidsplan inventariseert 200 instellingen, gaande van bibliotheken en musea tot podia en erfgoedinstellingen. Er werd geen taalonderscheid gemaakt: het plan is opgesteld voor Vlaamse en Franstalige cultuurhuizen. 'Wij wensen als Vlamingen geen apartheidspolitiek te voeren', zegt De Lille. 'De stad kiest voor een tweetalig cultuurbeleid naar Brussels model.'
Kruisbestuiving
Het plan vertrekt van een triangel met drie dynamieken: 'versterken & verankeren', 'bruggen bouwen' en 'stimuleren & dynamiseren'. 'Het versterken en verankeren van de stedelijke aanwezigheid van de culturele actoren slaat op het fysieke behoud van cultuur en de culturele infrastructuur', zegt De Lille. 'We vragen de actoren om vanuit hun eigenheid te vertrekken en na te denken over de positie die ze bekleden in Brussel.' Vanuit die eigenheid wordt de instellingen gevraagd bruggen te bouwen naar andere culturele spelers. 'Takken kunnen enkel vruchten afwerpen als er kruisbestuiving is', stelt de schepen. Tot slot vraagt het beleidsplan aan de instellingen hun artistiek beleid te dynamiseren en nieuwe initiatieven te ondersteunen.
Instellingen die aan die drie voorwaarden willen voldoen, kunnen een contract ondertekenen met de stad Brussel. Ze maken kans op extra financiële en logistieke steun. Aan het cultuurbeleidsplan is een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap verbonden van 30 eurocent per inwoner, in Brussel 40.000 euro op jaarbasis. Schepen De Lille voorzag ook in bijkomende middelen voor het cultuurbeleidsplan toen hij in 2002 besliste een deel van de subsidies van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) in te trekken. Dat vrijgekomen geld, 300.000 euro, wordt ingeschreven in het budget van het cultuurbeleidsplan.
24-06-2004
bron: De Tijd
|