Danny Vileyn - Brussel
Gevestigde migranten koesteren dezelfde vooroordelen tegenover nieuwkomers als autochtonen tegenover allochtonen. Maar de betrokkenen blijven de kloof autochtoon-allochtoon vooropstellen. “We moeten de diversiteit forceren zonder ze op te leggen,” luidt de oplossing van ULB-socioloog Dirk Jacobs . Hij zei dit als besluit van het colloquium Migratie vroeger en nu, gelijkenissen en verschillen. Een studiedag die in elk geval een vervolg verdient.
De Brusselse schepen van Gelijke Kansen Bruno De Lille (Groen!) heeft het vorig jaar mogen ondervinden. Toen hij in de zomer op de Nieuwe Graanmarkt, een wijk met veel inwoners van Marokkaanse origine, een Kongolese muziekmiddag op touw zette, moest hij node vaststellen dat er nauwelijks buurtbewoners op afkwamen. “Kongolezen en Marokkanen, dat gaat niet zo goed samen,” zo zei een Marokkaanse buurtbewoner tegen De Lille, die zich in zijn inleidende toespraak op het colloquium haastte om eraan toe te voegen dat het wantrouwen geen typisch Brussels fenomeen is. “Ze komen alleen maar naar hier om ons werk af te pakken,” hoorde De Lille uit de mond van een Gentenaar van Marokkaanse herkomst. De man had het over de recente Poolse immigratie.
Wat De Lille, die het colloquium samen met de Adviesraad voor Brusselaars van Vreemde Afkomst organiseerde, zich afvraagt is of een allochtonenbeleid mogelijk is en of nieuwkomers iets kunnen opsteken van “gevestigde migranten”.
Maar de vraag stellen is zoals wel vaker makkelijker dan ze beantwoorden. Jacobs stelde tot zijn verwondering vast dat er tijdens de werkgroepen die na de ochtendlijke lezingen plaatsvonden veel minder gepraat was over spanningen tussen de migrantengemeenschappen dan over die tussen autochtonen en allochtonen. “Zijn we te lief geweest voor elkaar? Of is de breuk autochtoon-allochtoon zo manifest?” zo vroeg hij zich af. Jacobs vermoedt dat beide stellingen een grond van waarheid bevatten. Aan de werkgroepen namen leerlingen van het multiculturele stedelijk atheneum Léon Lepage deel en vertegenwoordigers van zelforganisaties van diverse etnische groepen.
De instellingen moeten er volgens Jacobs over waken dat de etnische en sociale gemengdheid blijft bestaan, want het gevaar dat één groep dominant wordt is niet onbestaande. In tegenstelling tot New York is Brussel geen smeltkroes, er is niet één en dezelfde Brusselse identiteit. Zoals VUB-onderzoekster Myriam Stoffen het formuleerde: “In Brussel zijn de minderheden in de meerderheid.”
Jacobs: “Dat betekent dat de diversiteit moet worden geforceerd zonder die op te leggen.” Al vraagt hij zich toch af of de tijd van de goede intenties niet voorbij is en of de overheid niet sneller en gerichter moet ingrijpen. Jacobs: “Het is pijnlijk om vast te stellen dat de Belgen hun kindjes niet langer naar een buurtschool sturen als er veel migranten schoolgaan. En even pijnlijk is dat allochtonen uit de middenklasse net hetzelfde doen.”
Hassan Bousetta van de Luikse universiteit ULG wijst dan weer op het niet te miskennen gevaar voor slachtofferisme, al wordt er tussen de diverse migrantengemeenschappen ook wel sporadisch samengewerkt. Bousetta: “De Kongolezen verwijten politici alles te doen voor de Marokkanen en niets voor hen, terwijl ze de Belgen toch ‘nos oncles' mogen noemen. Van Turkse kant heerst hetzelfde verwijt, maar Turken en Marokkanen werken wel samen als het om de islam gaat.” De evenwichtsoefening bestaat er volgens Bousetta in om discriminatie te bestrijden zonder de eigenheid van de gemeenschappen aan te tasten.
Italianen en Marokkanen
Of nieuwe migranten iets kunnen opsteken van de migranten die eerder aankwamen is een moeilijke vraag, zo zegt Marco Martiniello, eveneens van de Luikse ULG. ‘Doe zoals wij, en alles komt in orde' luidt een van de deviezen van Italianen aan het adres van Marokkanen die zich beklagen. Martiniello wijst erop dat tienduizenden Italianen rond Charleroi in veel penibeler omstandigheden moeten leven dan Marokkanen in Brussel (het verschil in economische activiteit tussen de hoofdstad en de streek rond Charleroi is hier zeker niet vreemd aan, DV) en dat er onder de nieuwe Belgen in de politiek veel meer Marokkanen te vinden zijn dan Italianen.
Martiniello: “Eén succesformule is er niet. Staar u niet blind op de aanwezigheid in de media van toppolitici zoals Elio Di Rupo en Marie Arena, het succes van individuen staat niet garant voor het succes van een gemeenschap.” Dat de Brussels-Marokkaanse verkozenen in wijken wonen waar ook extreem rechts sterk staat zou volgens Martiniello wel eens een daad van verzet kunnen zijn.
De vergelijking Marokkaanse-Italiaanse immigratie mag dan voor de hand liggen, Brussel wordt met de dag verscheidener, zo blijkt uit cijfers van KU Leuven-hoogleraar sociale geografie Christian Kesteloot. Dankzij de EU wordt Brussel steeds internationaler: “Heel de wereld is in Brussel aanwezig.” Zo is het aantal Franse immigranten in twaalf jaar tijd met meer dan 11.000 toegenomen: van 26.742 naar 38.176.
Een verklaring daarvoor heeft Kesteloot niet, maar een onderzoeksopdracht zou welkom zijn, zegt hij. Kesteloot: “Brussel heeft altijd al Fransen gelokt, Victor Hugo is het voorbeeld bij uitstek. Maar de cijfers van Franse nieuwkomers zijn wel heel opvallend. Eén mogelijke verklaring is de hogesnelheidstrein. Gegoede Parijzenaars beschouwen Brussel als een goedkope banlieu. Maar die verklaring voldoet niet: waarom groeit het aantal Duitsers en Nederlanders niet in hetzelfde tempo? Bovendien zijn er nu ook weer niet zóveel rijke Fransen. Het zou best kunnen dat er onder die 11.000 inwijkelingen ook migranten met de Franse nationaliteit zijn.”
Geografisch patroon
De wijken waar nieuwe migranten zich vestigen vertonen wel een patroon, aldus Kesteloot. Pakistani vestigen zich, vanwege de aanwezigheid van islamitische slagerijen en moskeeën, in wijken waar Marokkanen wonen. Brazilianen en andere Latijns-Amerikaanse nationaliteiten zoeken wijken op waar veel Spanjaarden wonen. Dat hebben ook de Portugezen na de toetreding tot de EU gedaan, maar zij gedragen zich nu als ‘Belgen' en zoeken de rand rond Brussel op.
De Italianen wonen sterk verspreid over heel Brussel, zo laat de kaart van de bevolkingssamenstelling zien, de Roemenen volgen hen. Een raadsel is waarom de Polen, die zich aanvankelijk in Kuregem vestigden, dat ook doen.
Van alle migrantengemeenschappen wonen de Turken het meest geconcentreerd, maar dat is geen rem op hun emancipatie, aldus Kesteloot: “De schoolresultaten zijn goed en de criminaliteitscijfers laag. Turken die het maken blijven ook in de wijk wonen, ze trekken niet naar ‘betere' buurten.'
En dan zijn er nog de clichés die ontzenuwd moeten worden. Matonge mag dan historisch dé Kongolese wijk zijn, heel veel Afrikaanse nieuwkomers, onder wie Kameroenezen, vestigen zich in het westen van de hoofdstad. En dat de Chinezen zich massaal rond de Beurs zouden vestigen klopt ook al niet: er wonen er meer in het zuidwesten dan in de Vijfhoek en andere Aziatische immigranten, waarvan ook een toename genoteerd werd, volgen hun voorbeeld.
10-03-2005
bron: Brussel Deze Week
|