Bruno persoonlijk
Bruno als schepen
Bruno Brusselt
krantenartikelen, cabaretteksten, ...
foto's en filmpjes
contact
home

>> Cabaretteksten (uit de periode dat ik zelf op de planken stond)
>> Krantenartikelen (kom ik in de krant, dan zie je dat hier)
>> Allerlei (persberichten, speech, ...)

>> KVS is zo Vlaams als Brussel maar kan zijn

'Je moet al van een andere planeet komen om vandaag te beweren dat de KVS elitair is', zo zei artistiek directeur Johan Reyniers van het Kaaitheater vorige zondag in De zevende dag. Alle medewerkers en beheerders van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg waren dan ook verbaasd dat de KVS de vorige weken terechtkwam in een polariserende discussie, die een karikatuur maakte van het genereuze project van dit theater.

Sinds 1999 heeft het stadstheater KVS zich in de cultureel diverse stad Brussel ontwikkeld tot het tegendeel van een elitaire cultuurtempel: een toegankelijke Vlaamse schouwburg die dankzij een brede programmering een veelkleurig, meertalig en divers publiek in zijn zalen verenigt. Ondertussen is de discussie echter een ware 'cultuurstrijd' geworden, die op zijn minst het voordeel van de duidelijkheid biedt. Degenen die de KVS het verwijt maken elitair, pseudo-elitair of onvoldoende Vlaams te zijn, hebben andere motieven. Dat de KVS die V opeist en wil meebouwen aan een open en inclusief Vlaanderen, dat is wat hen stoort. Dat de KVS heel diverse mensen in Brussel verenigt en ruimte geeft aan meer dan enkel het 'eigen volk', dat maakt hen boos. En daarom pleiten zij voor politieke inmenging in de KVS-programmering.

Deze KVS-ploeg heeft ervoor gekozen de naam Koninklijke Vlaamse Schouwburg te houden, ook al waren er tot enkele jaren terug redenen om voor een naamsverandering te kiezen, die met de V in KVS niks te maken hadden. Diezelfde redenen leidden tot de overgang van KNS naar Toneelhuis in Antwerpen en van NTG naar Publiekstheater in Gent. Die drie grote huizen waren vroeger niet altijd toonbeelden van openheid en avontuurlijkheid. Een naamsverandering betekende dan ook een broodnodige koerswijziging.

De KVS kon die koerswijziging van 1999 tot 2004 doorvoeren in Molenbeek. We hervormden de ploeg en bouwden andere publieken op, dankzij een nieuw artistiek project dat kon rijpen in deBottelarij. Nu we terug zijn in het centrum van de stad lijkt het ons evident dat KVS onze naam blijft, zonder misplaatste schroom of trots. Precies omdat we ons tot alle delen ervan willen verhouden, ook tot die V. De KVS staat voor nuancering, openheid en dialoog en bekijkt het verleden respectvol én kritisch.

Het is verbijsterend dat mensen erin slagen dat niet uit onze programmering af te lezen. De afgelopen jaren speelde de KVS teksten van populaire auteurs als Hugo Claus, Tom Lanoye, Hendrik Conscience, Arne Sierens, Louis-Paul Boon en Jeroen Olyslaegers. In het geval van Claus en Conscience stoften wij zelfs teksten af die vergeten waren of die men onspeelbaar vond, namelijk Het leven en de werken van Leopold II; en De loteling.Die voorstellingen komen niet uit de lucht gevallen. De KVS heeft sinds 2002 een speciale werkgroep, die niet toevallig Skilt en Vriend heet, waarin we ons 'eigen' Vlaams repertoire lezen en ons afvragen hoe we het nog kunnen opvoeren.

Volgend seizoen wordt die investering zichtbaar in een productie met de Vlaamse theatermaker Eric Devolder, waarin het oer-Vlaamse priester-dichterthema centraal staat. Ook onze Pro-Patria-avonden dit seizoen, waarin we graven in het Vlaamse repertoire, passen in dat rijtje. Zelfs in onze gastprogrammering wordt er gerefereerd aan de V in KVS: in De leeuw van Vlaanderen van Union Suspecte of in Massis de musical van Johan Heldenbergh.

Wat de afgelopen weken werd gezegd over het 'on-Vlaamse' karakter van Massis de musical, door mensen die de voorstelling niet eens hebben gezien, getuigt van kwade wil. Johan Heldenbergh maakte en speelt zijn voorstelling vanuit een grote liefde voor Vlaanderen, zoals hij trouwens zelf zegt op het podium. Die liefde staat vlijmscherpe kritiek echter niet in de weg, gelukkig maar. Het is Heldenberghs woede over de onverdraagzaamheid en xenofobie die vandaag in Vlaanderen ook manifest aanwezig zijn, die hem ertoe brengt de Vlaamse leeuw te verbranden. Bovendien heeft Heldenbergh met zijn voorstelling bijna enkel lokale buurthuizen en parochiezalen opgezocht en het tegendeel bereikt van een elitair publiek.

De KVS vindt Massis de musical inderdaad een sterke en belangrijke voorstelling. Daarom hebben we er het nieuwe KVS-gebouw op de Arduinkaai mee geopend, daarom hernemen we de voorstelling in september 2005 een week. Met Franstalige boventiteling, zodat ook onze Franstalige vrienden in Brussel kunnen meegenieten. Steekt de KVS op die manier de draak met Vlaanderen? Integendeel. We plaatsen de V in KVS op de voorgrond vanuit een volwassen zelfbewustzijn, dus ook met aandacht voor wat er vandaag misloopt in Vlaanderen.

De KVS gelooft niet dat identitaire discussies ons wezenlijk vooruithelpen, maar we willen ze evenmin uit de weg gaan. Onze identiteit ligt volgens ons niet achter ons, maar voor ons, in de toekomst. En de toekomst van Vlaanderen laat zich vandaag al lezen in Brussel, waar tientallen culturen en talen met elkaar proberen samen te leven. Niet zonder problemen, maar al bij al op hoopvolle wijze.

Deze KVS-ploeg heeft van bij het begin een doorgedreven stedelijk project ontwikkeld dat de hele stad Brussel omarmt en wil samenwerkingen met artiesten uit anderstalige en allochtone gemeenschappen op poten zetten en ook toeschouwers uit die gemeenschappen naar de KVS halen. Wie staat er op de podia van de KVS, met welke verhalen en welke nieuwe publieken identificeren zich met de KVS? Via heel diverse antwoorden op die cruciale vragen proberen we de muren tussen de KVS en de stad Brussel zo transparant mogelijk te maken. Daarom zet de KVS met Dito'Dito een voorstelling als Zijden stad/Ville en soie op poten, waarin we een stand van zaken opmaken van het leven in Brussel.

Voor die keuze haalt de KVS zijn inspiratie onder meer bij een 'volkseigen' monument uit de Vlaamse beweging als August Vermeylen , die al in 1905 schreef in zijn Critiek der Vlaamsche Beweging: "Laten we ons huis openstellen naar alle zijden, dat is nog het beste middel om onszelf te blijven." Verder knopen we met die keuze, meer dan welke recente KVS-directie ook, eindelijk weer aan bij de emancipatorische traditie van de KVS, al geven we dat historische grondbeginsel een invulling die vandaag in Brussel noodzakelijk is. De KVS speelde een cruciale rol in de emancipatiestrijd van de Vlamingen in Brussel. Precies daarom zijn wij gelukkig dat de tijd is gekomen waarin de KVS ook een rol kan spelen in de gelijkaardige strijd voor emancipatie binnen andere gemeenschappen in deze stad.

Daarom maakten wij de voorbije jaren voorstellingen als S.T.O.E.M.P. met DitoDito en een reeks jonge allochtone Brusselaars uit jeugdhuizen over de hele stad. Of Gembloux, met Brusselaars Sam Touzani en Ben Hamidou, die ons vertellen dat ook hun Marokkaanse vaders tegen de nazi's vochten en dat de geschiedenis van die oorlog dus niet enkel ons, Vlamingen, toebehoort. En daarom ook geven wij een plek aan de Brussels-Afrikaanse artiesten van Green Light. Als consequentie kom je uiteraard soms uit bij meertalige voorstellingen, die wij altijd in het Nederlands boventitelen.

In alle bescheidenheid kunnen we stellen dat deze KVS op artistieke en maatschappelijke appreciatie kan rekenen. Niet enkel werd de KVS de voorbije vijf jaar vier keer geselecteerd voor het Vlaams-Nederlands Theaterfestival, zeker even belangrijk vinden wij dat onze zalen goed vollopen. De KVS kan bezettingsgraden van 95 procent voorleggen.

Bovendien bevestigen publieksanalyses dat dat publiek gemengd is. Vooreerst hebben we een stevige lokale publieksbasis. Voorts is het KVS-publiek verjongd: 35 procent is jonger dan dertig jaar. En onze bezoekers komen zowel uit de armste Brusselse wijken als uit Vlaamse villawijken.

Ten slotte: ja, ook de Franstaligen in Brussel hebben het 'Théâtre Royal Flamand' eindelijk ontdekt, dankzij het feit dat we onze eigen producties boventitelen in het Frans. Is het elitair dat we Vlaamse auteurs als Lanoye en Sierens ontsluiten voor een Franstalig publiek in Brussel? Bovendien werkt die openheid in twee richtingen. Dankzij onze samenwerking met het Théâtre National in Brussel wordt voor het eerst Nederlands gesproken op het podium van dat theater. Ook internationaal volgt de erkenning: dankzij onze samenwerkingen met artiesten als Wim Vandekeybus, Ben Hamidou en Sam Touzani staat de KVS volgende zomer met twee voorstellingen op het festival van Avignon. En onlangs werden we door de Europese Unie uitgenodigd om ons verhaal te komen vertellen op een EU-colloquium over culturele diversiteit in aanwezigheid van EU-president Barroso. De bijval was groot.

De KVS is dus niet langer een eiland in Brussel, maar heeft de deuren opengegooid voor de hele stad. Als ons een verwijt kan treffen, dan niet dat we elitair zijn, maar dat we in onze pogingen om nieuwe toeschouwers te bereiken soms net iets te weinig avontuurlijk zijn. Het blijft steeds weer dansen op het slappe koord.

In elk geval: zowel Brussel als de KVS zijn laboratoria met een groot belang voor heel Vlaanderen. De KVS moet een Vlaamse schouwburg blijven, waar de artiesten ook namen zullen dragen als Zouzou en Chokri Ben Chikha, Cecilia Kankonda, Sam Touzani en Yves-Marina Gnahoua. Wie zich daartegen verzet, stelt zich erg elitair en on-Vlaams op. Wie daarom de subsidiekraan van de KVS wil dichtdraaien, trapt in de val waar August Vermeylen in 1905 al voor waarschuwde: "En kom me niet prediken, dat ik eerst en vooral Vlaming moet zijn. Ik ben eerst en vooral ik, een mensch, en het minst veranderlijke wat ik in mij erken, vind ik terug bij alle menschen die tot mij komen, in welke streek zij ook geboren zijn. Als iemand verdrinkt en ge kunt hem redden, dan zult ge in 't water springen zonder u af te vragen of hij een Franschman of een Pruis is."

Jan Goossens, artistiek leider KVS, Danny Op de Beeck, zakelijk leider, Bruno De Lille , voorzitter raad van bestuur, en alle werknemers van de KVS.

12-03-2005
bron: De Morgen