Cultuurbeleid
Van onze redacteur
Geert Sels
BRUSSEL -- De Brusselse
schepen voor Vlaamse Aangelegenheden Bruno De Lille (Agalev) vindt dat hij
door de hoge toelage aan de Koninklijke Vlaamse Schouwburg geen ruimte meer
heeft voor een eigen beleid. Hij wil graag andere accenten leggen en de
banden met andere Vlaamse kunsthuizen in Brussel nauwer aanhalen.
De stad Brussel besteedt
4,2 miljoen euro aan cultuur. Daarvan kan De Lille 1,24 miljoen euro bestieren
voor Nederlandstalige cultuur. Tot zijn ongenoegen kan hij daar weinig creatief
mee omspringen, want 1,21 miljoen euro gaat sowieso naar de Koninklijke
Vlaamse Schouwburg (KVS). ,,Er zijn wel meer actoren in de Brusselse regio'',
zegt De Lille, ,,maar wat zij krijgen, is absoluut peanuts. Ik zie niet
in waarom we in dit soort mechanismen moeten blijven meestappen.''
De Lille lanceerde
zijn idee tijdens een nieuwjaarsreceptie in De Markten en De Morgen pikte
het op.
,,Nergens heb ik gezegd
dat ik de subsidies voor de KVS naar beneden wil halen'', zegt De Lille.
Nochtans wil hij cultuurhuizen zoals Kaaitheater, Beursschouwburg en de
gemeenschapscentra een substantiëlere subsidie geven, omdat de stad
zich dan opstelt als een geëngageerder gesprekspartner. Hoe hij dat
wil doen met een beperkt budget en zonder aan de KVS te raken, is een vraag
die vooralsnog open blijft. De Lille: ,,Ik wil alleen maar een discussie
losweken over het beginsel dat een lokale overheid verplicht is om de ontwikkelingen
van de Vlaamse Gemeenschap te volgen.''
Daarmee is Brussel
al de derde grote cultuurstad die weigert om zich volgzaam op te stellen
tegenover de Vlaamse Gemeenschap. Eerder al vertikte de provincie Antwerpen
het om een subsidieverhoging van Het Toneelhuis door te voeren. Gent vond
dat het voldoende had gedaan voor De Vlaamse Opera en riep de hulp in van
de Vlaamse Gemeenschap. Nu beklaagt ook De Lille zich dat hij te weinig
armslag heeft om eigen accenten te leggen.
Speciaal voor de grote
stadstheaters is er een regeling in het decreet voor de podiumkunsten. Die
zegt dat plaatselijke overheden geacht zijn het subsidiebedrag van de Vlaamse
Gemeenschap te verdubbelen, waarvan 75 procent door de stad en 25 procent
door de provincie gedragen wordt. In het geval van Brussel wordt de rol
van de provincie overgenomen door de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Net die verankering
betwist De Lille. Hij acht ze niet van toepassing op Brussel. ,,De voorgangers
van minister Anciaux sloten telkens bijzondere afspraken af met de stad.
Blijkbaar heeft men dat over het hoofd gezien. Op het kabinet wou men over
deze materie niet eens praten. Ik vind het een vreemde regeling dat wij
de Vlaamse Gemeenschap blindelings moeten volgen. Als die morgen beslist
5 miljoen euro in de KVS te pompen, moet ik plots bijna 4 miljoen euro zien
te vinden.''
Het vreemde aan de
zaak is dat De Lille twee petten draagt om dit gesprek te voeren. Als schepen
vraagt hij meer armslag om zelf een beleid uit te zetten. Daarnaast is hij
voorzitter van de bestuursraad van de KVS en moet hij mee proberen om de
1,61 miljoen euro aan tekorten in vier jaar weg te werken. Het gezelschap
heeft al een drastische besparingsronde op acteurs, technische omkadering
en het aantal producties achter de rug.
Bij het gezelschap
sluipt de onrust opnieuw in de rangen, maar wacht men liefst een officiële
verklaring af op de komende raad van bestuur. Zegt Jan Goossens, artistiek
leider: ,,We hebben gesaneerd tot op het bot. Elke euro die ons is toegezegd,
is broodnodig. Volgens het decreet zou de stad ons vanaf dit jaar 93.000
euro meer moeten geven. Als die er niet komt, is het echt dweilen met de
kraan open. Dat De Lille die koppeling betwist, is voor ons een verrassing.
Onder die spelregels is het saneringsplan immers opgebouwd, met medeweten
van de bestuursraad, voorgezeten door schepen De Lille.''
De Lille vindt dat
hij de spelregels niet veranderd heeft tijdens de rit. ,,Subsidies bekijk
je jaar per jaar. Ik heb vertrouwen in de ploeg van de KVS, maar 'doe zo
voort' wil niet zeggen dat de diverse overheden niet mogen praten over hoe
ze aan de centen komen.''
Op het kabinet van
de Vlaamse minister van cultuur Bert Anciaux vindt men het eerder een bestuurlijke
kwestie. Woordvoerder Stijn Bex: ,,Niemand betwist de verdienste van de
KVS. We erkennen dat het koppelingsmechanisme voor de stadstheaters achterhaald
is, en het eigen beleid van de steden belemmert. Maar dat moet besproken
worden tijdens het kerntakendebat. Voor het zover is, moet elke overheid
zijn engagementen voor dit jaar waarmaken. Als wij in de toekomst meer geld
zouden geven aan de KVS, wil dat niet zeggen dat De Lille zijn handen vrij
heeft. Dan moeten er afspraken gemaakt worden wat er met het vrijgekomen
geld gebeurt.''
30-01-2002
bron: De Standaard
|