Oud-Wevelgemnaar, oud-cabaretier, VRT-producer Bruno De Lille is net
28 jaar geworden en de enige Agalev-schepen in hoofdstad Brussel.
Terryn Jean-Pierre
"Ik heb tot nu
toe geluk gekend. De beslissingen, die een richting aan mijn leven gaven,
vielen telkens op het goede moment." Zeg dat wel, Bruno De Lille. De
nu in Brussels genestelde oud-Wevelgemnaar is deze zomer pas 28 geworden
en legde intussen al een mooi parcours af. Hij was net geen 25 toen hij
bij de VRT de jongste producer werd. Twee jaar lang had hij met De Grote
Beer op Radio 2 zijn eigen avondprogramma. Deze beroepsactiviteit heeft
hij noodgedwongen moeten stoppen. De Lille is sinds januari van dit jaar
voltijds Agalev-schepen in Brussel, waar hij de bevoegdheden over Vlaamse
Aangelegenheden, Gelijke Kansen en Internationale Solidariteit heeft.
En overwachts openbaarde
zich een wereld van verschil? "Zeg dat wel. Van vandaag op morgen stapte
ik van de wereld van de radio, van het entertainment over naar de politiek.
Je bent er nooit helemaal klaar voor. Er bestaat geen opleiding in de politiek.
Ik ben dus geen expert, maar wierp me toch met veel enthousiasme op mijn
nieuwe job. Ik nam de nodige tijd om me grondig in te werken. Het is niet
echt gemakkelijk geweest. Gelukkig kon ik de eerste maanden - en nog altijd
- rekenen op de bereidwilligheid van iedereen waarmee ik werk of in contact
kom, onder anderen Bert Anciaux, minister van Brusselse aangelegenheden."
Je zegt dat je op een
bepaald moment overwoog om er toch de brui aan te geven. "Het vergde
heel wat doorzettingsvermogen om mijn draai te vinden. In de politiek en
de ambtenarij is niet alles zo evident. Op de radio kon ik kort op de bal
spelen met onmiddellijk resultaat. Het gaat er flexibeler aan toe. In de
politiek en op bestuursvlak gaat alles zoveel trager. Je zit vastgeklonken
aan regels en compromissen. Tussen het moment dat de beslissing wordt genomen
en de eerste resultaten daarvan ligt vaak een half jaar. Dat werkt frustrerend.
In het begin had ik het daar moeilijk mee en speelde ik met de idee ermee
te kappen. Maar zoals ik al zei, kon ik gelukkig terugvallen op derden of
op de hulp van een goede kabinetssecretaris en mijn andere medewerkers.
Mijn kabinet telt zeven voltijdse medewerkers, incluis de chauffeur met
dienstwagen. Maar die man verricht meestal ander werk voor het kabinet.
In Brussel verplaats je je beter met het openbaar vervoer."
De invulling van de
opdracht en de verwachtingen van een schepen in Brussel zijn allicht nog
iets ander dan van een schepen van pakweg, Lottenhulle? "Stad Brussel,
de oude hoofdstad, telt 130.000 inwoners. Daarvan is 40 procent van vreemde
afkomst uit wel 92 verschillende landen. Je moet degelijk rekening houden
met deze multiraciale samenleving. Op het domein van "Gelijke Kansen",
een van mijn bevoegdheden, zijn we met die mensen intens bezig. Er is nu
een adviesraad van Brusselaars van vreemde afkomst opgericht. Voor de migrantenkinderen
organiseren we op een speelse manier lessen om hen Frans en Nederlands bij
te brengen. Zelf probeer ik zo veel mogelijk mensen, die in mijn sector
actief zijn, te ontmoeten. Een van de aangewezen kanalen is een adviesraad.
Ik tel er een vijftal. Gelukkig heb ik de bevoegdheid over materies, die
me persoonlijk interesseren, "Openbare Werken" bijvoorbeeld zegt
met niets."
Een inwijkeling die
voor de eerste keer op een lijst, als enige Agalev'er wordt verkozen en
het tot schepen schopt. Blijf je geen vreemde eend in de bijt? "Normaliter
zat Agalev op de oppositiebank. Freddy Thielemans, de kopman van de PS,
had een heel goede score en eiste het burgemeesterschap op. Hij bracht een
coalitie op de been met Agalev, Ecolo, PSC en CVP. Zeven van tien schepenen
zijn nieuwkomers. Ik ben dus geen buitenbeentje. Wel ben ik de enige Vlaming
in het schepencollege. De nieuwkomers stonden op dezelfde lijn bij de start.
Het klikte meteen. Er heerst collegialiteit. Ik ervaar het niet dat k daar
als een part geval zit. De voertaal in het schepencollege is Frans. Uit
hoofde van het taalhoffelijkheidsakkoord spreekt iedereen zijn eigen taal.
Ik spreek dus Nederlands en dat wordt aanvaard. Niemand verlaagt zich tot
communautair geleutel. Ik heb er nog niets van gemerkt dat Franstalige Brusselaars
iets tegen hun Vlaamse stadsgenoten zouden hebben. In de gemeenteraad, die
47 leden telt, vertaalt een tolk simultaan."
Wat houdt de bevoegdheid
van Vlaamse aangelegenheden in? "Je kunt dat tot op zekere hoogte vergelijken
met de taak van een cultuurschepen, maar dan specifiek op het domein van
de Nederlandstalige cultuur. De Brusselse Cultuurschepen heeft ruimere bevoegdheid.
Zo ben ik rechtstreeks betrokken bij het beheer van vijf gemeenschapscentra.
Mijn ploeg werkt ook een nieuwe subsidieregeling voor de socio-culturele
verenigingen uit. Ik ben ook automatisch voorzitter van de KVS. De laatste
tijd heb ik veel energie in de KVS problemen, zoals de schuldenlast van
65 miljoen frank, gestoken. Het gezondmakingsdossier is eindelijk klaar
om de KVS weer op de goede rails te zetten."
En die van Internationale
solidariteit? "Stad Brussel telt 40 niet-gouvernementele organisaties;
van 11.11.11 tot Amnesty International. Voorheen leek het stadsbestuur weinig
naar hen om. Nu is er een hechtere samenwerking. Alle organisaties zijn
in een Raad vertegenwoordigd, de zogenaamde Noord-Zuidraad. De resultaten
blijven niet uit. Via de raad is het gelukt de groendienst van Tunis te
laten samenwerken met de Brusselse groendienst. Ze wisselen hun bevindingen
uit."
Hoe ziet jouw doorsnee
dag als schepen van Brussel er uit? "Ik ben haast 24 op 24 uur schepen.
Het is een drukbezet beroep. Tussen 8 en 9 komt ik op kantoor. Inderdaad
het is gevestigd in het décor van het historische stadhuis op de
Grote Markt. Daar is veel beschermd, tot het meubilair toe. Dat is nadelig
voor de functionaliteit. Ik zit liever op een moderne stoel dan op een antieken
ding. Na een tijdje gaat je rug pijn doen. Gelukkig zijn de schepenen niet
vastgeroest aan het décor. Zo draag ik nooit een maatpak. Een deftig
t-shirt en een goedzittende broek volstaan. Mijn kabinetsmedewerkers doen
het voorbereidende werk en de administratie. Ik hol meestal van de ene naar
de andere vergadering. In het begin vergat ik vaak 's middags te eten. Op
advies van mijn dokter moet ik de zaken anders aanpakken en mijn agenda
beter plannen. Nu kan ik tenminste 's middags lunchen. Tussen 18 en 19 uur
kom ik thuis. Vanaf 20 uur ben ik weer de deur uit naar alweer een vergadering."
Vergaderen als ontspanning? "Bah, neen. Toch probeer ik twee avonden in de week vrij te houden.
Tegenwoordig vind ik ontspanning in het muurklimmen. Af en toe ook eens
in een roman. Ik hen weekend probeer ik een dag vrij te zijn. De andere
dag is gevuld met afspraken en protocolaire verplichtingen."
Bruno De Lille een
Wevelgemse Brusselaar of een Brusselse Wevelgemnaar? Na drie jaar voel ik
me Brusselaar. Ik ben sinds 1 september opgenomen in de Orde van de Vrienden
van Manneke Pis. Ik voel me thuis in een toffe stad als Brussel. Met mijn
vriend met wie ik samenwoon heb ik een huis in de Circusstraat in hartje
Brussel gekocht. De buren houden een hoerenkast open. In Brussel is er elke
dag iets te doen. Er zijn daar per inwoner tien keer meer activiteiten dan
in Parijs te beleven. Maar ik kom nog graag terug naar Wevelgem, voor de
rust en uiteraard voor de familie.
07-09-2001
Bron: De Weekbode - Krant van West-Vlaanderen
|