In Brussel mag elke
schepen maximaal 2500 euro per jaar aan representatiekosten uitgeven. Dit
geld mogen we gebruiken voor zakenlunchen, voor relatiegeschenken (in mijn
geval zijn dit meestal bloemen) of voor kleine onkosten op ons kabinet (toen
we een woordenboek Lingala-Engels nodig hadden voor onze contacten met Kinshasa,
hebben we dat van dit geld gekocht).
Kledij, gps-systemen of andere zaken
voor persoonlijk gebruik zijn niet toegelaten (ik heb zelfs mijn schepensjerp
zelf betaald). Onze stadsontvangster is daar terecht zeer streng op. Bovendien
moeten we alles voorschieten en krijgen we ons geld pas terug nadat we de
verantwoordingsbriefjes hebben ingediend (het kan trouwens enkele maanden
duren voor het geld gestort wordt).
|